zaterdag 31 oktober 2015

Halloween?

En nou niet gaan zeuren dat het een uit Amerika overgewaaid commercieel gebruik is dat jullie dus niet vieren.
Ten eerste is Halloween voortgekomen uit het Keltische feest Samhain. De Kelten in Ierland en Groot-Brittannië vierden dit feest op 31 oktober op de Keltische variant van oudejaarsdag. Op 1 november eindigde het oogstseizoen en begon de winter, en daarmee het nieuwe jaar. Met de oogst in de graanschuur en het vee in de stal was het tijd voor een feest.
Ten tweede, en dat is eigenlijk het voornaamste: de kinderen zijn er verzot op! *wink, big smile*

vrijdag 30 oktober 2015

ARTS et METIERS ABDIJKERK ENERGIE


Het woord energie komt van het Griekse ἐνέργεια Energeia, dat waarschijnlijk voor het eerst wordt gebruikt in het werk van Aristoteles in de 4de eeuw voor onze tijdrekening.
Vormen van energie:
Binnen de context van de natuurwetenschappen worden verschillende vormen van energie gedefinieerd. Deze omvatten:
Kinetische energie (bewegingsenergie)
Gravitatie-energie (energieverandering in een gravitatieveld: zie ook Potentiële energie)
Elektromagnetische energie
Kernenergie (Nucleaire energie)
Warmte (thermische energie)
Straling
Chemische energie
Elektrische energie
Magnetische energie
Elastische energie
Geluidsenergie
Lichtenergie
Massa (E=mc2)

Meer weten? Hier klikken.
De foto' die we namen in het Musée des Arts t Métiers bekijken? Hier klikken... En dit is dan de laatste les van de week jongens en meisjes, morgen mogen jullie het heerlijke, vrije wekend in!

donderdag 29 oktober 2015

ARTS et METIERS TRANSPORT LUCHT


In 1783 vond de eerste ballonvlucht plaats met een heteluchtballon door de gebroeders Montgolfier. Otto Lilienthal lukte het in 1894 voor het eerst te glijden op de lucht, en hij vond zo het zweefvliegen uit. Ferdinand Graf von Zeppelin bouwde in 1900 zijn eerste Zeppelin, een luchtschip gevuld met gas.

De eerste vlucht met een gemotoriseerd vliegtuig werd geclaimd door Gustav Whitehead (Weißkopf) uit Duitsland, die beweerde dat hij op 14 augustus 1901 in Fairfield (Connecticut) met zijn vliegtuig Number 21 (20 PK-motor, die draaide op acetyleen en perslucht) 800 meter ver vloog op 15 meter hoogte en vervolgens veilig landde. Zijn vlucht werd verslagen door een journalist van het dagblad Bridgeport Herald, die echter geen foto's maakte. Whitehead zelf heeft zijn vlucht niet schriftelijk vastgelegd, zodat voor deze bewering geen sluitend bewijs is. De Duitser Karl Jatho beweerde op 18 augustus 1903 in Hannover, Duitsland te hebben "gevlogen" over een afstand van 20 meter, op 30 centimeter hoogte, en hiervoor 4 ooggetuigen te hebben. In november van datzelfde jaar verbeterde hij dit tot een afstand van circa 60 meter, op 3 meter hoogte. Deze vlucht wordt echter beschouwd als "ongecontroleerd" (geen controle hebbend over de besturingsorganen).

De gebroeders Wright uit de Verenigde Staten waren de eersten die een gecontroleerde vlucht maakten. Hun Wright-Flyer was een gemotoriseerd vliegtuig dat een vlucht maakt, in december 1903. De Fransman Louis Blériot was in 1909 de eerste die het Kanaal door de lucht bedwong. De Amerikaan Charles Lindbergh was de eerste piloot die solo en non-stop over de Atlantische Oceaan vloog. De Heinkel He 178 was 's werelds eerste vliegtuig aangedreven door een turbojetmotor en het eerste praktische straalvliegtuig. Het was een zelfstandig project van de Duitse vliegtuigproducent Heinkel.

Vanaf 1944 kwamen de eerste militaire straalvliegtuigen, die ervoor zorgden dat veel hogere snelheden bereikt konden worden dan het tot dan toe gebruikelijke maximum van 500 tot 600 km per uur. De Messerschmitt Me 262 bijgenaamd Schwalbe (zwaluw) was het eerste operationele jachtvliegtuig aangedreven door straalmotoren.
Het allereerste straalvliegtuig voor het vervoer van personen was de de Havilland Comet in 1951 en de eerste lijnvlucht werd uitgevoerd in 1952.

Te moeilijk? Te veel leerstof ook? Kijk dan maar naar de prentjes, en wel hier.
Goed hé dat ik jullie eens aan de oren trok, de klas was er weer voltallig gisteren *wink, big smile*.

woensdag 28 oktober 2015

ARTS et METIERS TRANSPORT AARDE


Vervoer of transport is het verplaatsen van personen of goederen (juridisch "zaken"). Dit kan met bijvoorbeeld de auto, fiets, trein, per vliegtuig, enzovoort.

Bij vervoer kan het gaan om tastbare zaken van dingen (bijvoorbeeld goederenvervoer), vloeistoffen (bijvoorbeeld olietransport), gassen (bijvoorbeeld aardgas), dieren (bijvoorbeeld veetransport) of mensen (personenvervoer), maar ook om niet direct tastbare zaken zoals energie (bijvoorbeeld elektriciteitstransport of warmtetransport) of informatie (bijvoorbeeld datatransport).

Voor het vervoer wordt gebruikgemaakt van vervoermiddelen. Elk type vervoer kent hiervoor zijn eigen specifieke vervoermiddel(en). Het proces van verplaatsingen wordt verkeer genoemd. Bij deze vormen van vervoer verandert het vervoermiddel van plaats en daarmee de zaken. Maar er is ook vervoer door middel van vervoermiddelen die op hun plaats blijven, zoals pijpleidingen, kabels, e.d.

Het woord "transport" is samengesteld uit het Latijnse trans dat over betekent, en portare, wat dragen betekent. Ook kan gewezen worden op de link tussen trans (doorheen) en porta (poort), waardoor het begrip zeehaven (seaport) een duidelijke betekenis krijgt als "zeepoort". Transport bijgevolg kan dus evengoed begrepen worden in de zin dat goederen, personen en data met behulp van dragers EN door interfaces (knooppunten, poorten) hun uiteindelijke bestemming bereiken.

Natuurlijk heb ik ook deze keer de les met wat 'prentjes' verlucht, klik daarvoor maar hier. Hoewel... ik heb de indruk dat de lessen stilaan gaan vervelen want het absenteïsme is groot, er wordt precies heel veel gespijbeld tegenwoordig! *wink, big smile*.

dinsdag 27 oktober 2015

ARTS et METIERS MECHANICA

De mechanica is het onderdeel van de natuurkunde dat zich bezighoudt met evenwicht en beweging van voorwerpen onder invloed van de krachten die erop werken. Ze bestaat uit verschillende onderdelen, die van toepassing zijn in uiteenlopende situaties:
- theoretische mechanica:
kinematica (bewegingsleer);
dynamica (krachtenleer):
statica (evenwichtsleer);
kinetica (samenhang tussen bewegingen en krachten);
- aerodynamica (gedragingen van gassen);
- hydrodynamica (gedragingen van vloeistoffen);
- sterkteleer (toegepaste mechanica).

In het oude Griekenland was de mechanica een onderdeel van de filosofie en werd dus beoefend door filosofen als Archimedes en Aristoteles. De laatste nam aan dat de 'natuurlijke' toestand van alle voorwerpen er een van rust was. Men verklaarde de beweging van de hemellichamen, die immers nooit stilstonden, door aan te nemen dat ze aan hemelse bollen vastzaten die door een onbekende kracht om de aarde draaiden; dit wereldbeeld staat bekend als dat van Ptolemeus of het geocentrische wereldbeeld.

Wie iets meer wil weten van de verder ontwikkelingen in de mechanica door de eeuwen heen, klikt hier  Wie alleen onze foto's wil bekijken (en dat mag beslist ook hoor!) klikt hier.

maandag 26 oktober 2015

USA Filmpaleizen: nog tot 31/1/2016...


In samenwerking met het Deutsches Filmmuseum in Frankfurt am Main tonen Yves Marchand en Romain Meffre in het Gentse Caermersklooster (klik) 30 prachtige foto's. Beide Parijse fotografen hebben al langer een fascinatie voor ruïnes, getuige daarvan hun internationale project Ruins of Detroit. Sinds 1910, maar vooral vanaf 1920 zijn er in de USA duizenden cinema's gebouwd, een aantal daarvan als echte 'filmpaleizen'. 
In deze tentoonstelling tonen beide fotografen enkele van die monumentale, historische en architecturaal indrukwekkende gebouwen. Hoewel die cinemapaleizen vandaag vaak in een vervallen toestand verkeren, getuigen deze foto's van hun gloriedagen.

Het is onmogelijk het knappe ervan in een fotoreportage te gieten, als je hier dan ook klikt krijg je er slechts een impressie van die jullie misschien zal aanzetten ze eens in het echt te gaan bekijken...
Hopelijk beginnen jullie nu aan een fijne, nieuwe week, uitgerust door het weekend ook zodat we morgen weer met de lessen kunnen starten *wink, big smile*.

zondag 25 oktober 2015

Zondag: bij-tank-dag


Spijts de aanvankelijk tegenvallende maar uiteindelijk toch succesvolle inzet van tanks (vooral de Franse Renaults FT-17) die samen met de hulp van ‘verse’ Amerikaanse troepen vanaf 1917 het einde van de Eerste Wereldoorlog hielpen bespoedigen - bleven de ‘klassieke’ pantserauto’s (auto-mitrailleuses of armoured cars) verder goed ‘hun werk’ doen. In zoverre dat deze snelle en wendbare voertuigen met lichte bewapening ook na 1914-1918 -vlotter dan de tanks- overal waar nodig in gebruik bleven en zelfs verbeterd werden. De Citroën-Kegresse bijvoorbeeld, met zijn dubbele rupswiel-aandrijving achteraan, is naast voor militaire ook voor ‘burgerlijke’ doeleinden ontwikkeld en bewees zijn degelijkheid tijdens wereldwijde expedities in uiterst moeilijke omstandigheden. Geen wonder dat naast het tank-speelgoed in de jaren 1920 en 1930, ook de pantserauto’s populair waren.
(verzameling Guido Deseijn aka Leflamand)

zaterdag 24 oktober 2015

Filmtheaters in Gent


We laten het Musée des Arts et Métiers even voor wat het is en gaan nu iets helemaal anders doen: omdat jullie zo braaf hebben opgelet deze week *wink, big smile*, trekken we naar de bioscoop!

In 1896 vindt in Gent de eerste publieke vertoning plaats van de cinematograaf van de gebroeders Lumière. Al van bij de start kent de stad een erg florerende bioscoopcultuur. Tijdens het interbellum beleeft het publiek film in glamoureuze filmpaleizen, tweederangs-bioscopen of rumoerige wijkzalen, parochiezaaltjes en volkshuizen. Het filmvertier van de Gentenaar bestaat uit premières in Capitole, Franse pikante films in Savoy, Hollywood in Eldorado of Rex, avontuur in Century, Duitse musicals in Plaza of het 'echte naakt' in het 'Leopolleke'. Ook speelde Gent goed in op de veranderingen in de cinemawereld: van de stille film met livemuziek naar cinematoscoop en 3D-filmprojectie.
De bioscopen bleven bestaan ondanks diverse diepe crisissen.
In 1981 opende Decascoop - nu Kinepolis Gent - de eerste echte multiplex in Europa: een vernieuwer in de filmentertainmentbusiness! En de cinefiel kan nog steeds zijn hart ophalen in de karaktervolle arthousecinema’s Sphinx en Studio Skoop.

Een kleine impressie van een knappe tentoonstelling daarover die nog tot 31 december 2016 in het Gentse Caermersklooster (klik) loopt is hier (klik) te vinden. En voor daarna: fijn weekend lieve webbies! Zelf zitten wij straks gezellig samen met mijn zus en haar bende...

vrijdag 23 oktober 2015

ARTS et METIERS ENERGIE ELEKTRISCH


Elektriciteit is genoemd naar 'elektron', het Griekse woord voor barnsteen. Statische elektriciteit kan namelijk worden opgewekt door met een wollen lap over stuk barnsteen te wrijven. Dit verschijnsel  is al bekend van in de oudheid. Van de 17de tot 19de eeuw werden de basisprincipes verder wetenschappelijk bestudeerd (Van Musschenbroek's Leidse fles, Franklin bliksemafleider, Coulomb's elektrostatische wetten ) in aanloop van de praktische toepassingen nadien (Volta's batterij 1800, Faraday's elektromotor en dynamo 1821). Op het einde van de 19de eeuw vond elektriciteit ruimer industriële toepassing , vooral na de 'elektriciteit'-wereldtentoonstellingen van Wenen in 1873 (voorstelling Gramme's dynamomotor 1869) en Parijs 1881 (introductie elektrische verlichting) door toedoen van meerdere uitvinders waaronder Edison (o.a. gloeilamp 1879), Tesla (o.a. wisselstroom 1900), Siemens (o.a. kabelisolatie en generator), Bell (o.a. telefonie), Lord Kelvin (o.a. telegrafie en thermodynamica)...

Het opwekken van elektriciteit gebeurde, ter vervanging van mechanische energie geproduceerd door stoommachines, aanvankelijk voor eigen gebruik in de fabrieken met stroomgeneratoren (op stoom, later op gas). Elektriciteitsproductie voor energieverdeling op grote schaal en voor openbare verlichtingsdoeleinden (toen nog met zgn. 'booglampen') werd slechts veel later ingevoerd. Edison's Pearl Street Station'in New-York (USA) heet de eerste centrale ter wereld te zijn (1882).
De (vermoedelijk) eerste 'centrale' voor openbare verlichting als dusdanig is in België opgericht in 1880 (de particuliere Jasparcentrale voor de verlichting van het Rogierplein, in 1885 gevolgd door de Mignotcentrale voor de verlichting van de winkelvitrines in de Brusselse Nieuwstraat, en in 1890 was Ninove de eerste Belgische stad die de elektrificatie van de hele gemeente ambieerde, zoals kort nadien ook de stadsbesturen van Antwerpen 1892, Izegem 1901, Gent 1910), en in Nederland in 1878 (de Electrische Verlichtings-Maatschappij Wisse & Co uit Den Haag, in 1882 gevolgd door de NV Nederlandsche Electriciteit-Maatschappij, Mijnssen & Co en Willem Smit & Co, en in 1886 door de Rotterdamse Electrische Verlichting Kinderdijk - alhoewel al veel vroeger voor het eerst elektrisch booglicht in Nederland privaat is gebruikt, in 1854 op een bouwwerf te Zevenbergen). 
(samengevat uit o.a. Wikipedia - zie meer details voor Nederland hier)

En voor de foto's van de tentoongestelde toestellen in het Musée des Arts et Métiers kan je hier klikken. Daarom verlucht ik de blijkbaar zware kost voor sommigen ook met prentjes hé, je hoeft niet alles te lezen wat hier staat hoor als je die maar bekijkt...

donderdag 22 oktober 2015

ARTS et METIERS ENERGIE MECHANISCH


Het woord energie komt van het Griekse Energeia, dat waarschijnlijk voor het eerst wordt gebruikt in het werk van Aristoteles in de 4e eeuw voor onze tijdrekening.
Energie is een natuurkundige grootheid die wordt gedefinieerd door de hamiltoniaan. De SI-eenheid van energie is joule. Energie wordt vaak aangeduid als de mogelijkheid om arbeid te verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een verandering te bewerkstelligen.

Energie wordt vanouds gewonnen met behulp van water-, wind en stoomkracht, in volgorde van ouderdom. Waterkracht is de naam voor energie die sinds de oudheid wordt ontleend aan water via watermolens, hetzij door gebruik te maken van een hoogteverschil hetzij door gebruik te maken van de stroomsnelheid van water (bv. getijde-molens). Watermolens raakten verspreid over Europa in de Romeinse periode. Men onderscheidde vanouds vaste watermolens, maar ook zgn. drijvende schipmolens, naast ros- en tredmolens. 

Voor het opwekken van mechanische energie is het waarschijnlijk dat sinds de 12e eeuw ook het gebruik van de windmolen in West-Europa opgang maakte, daar waar in vlakke binnenlanden de omstandigheden voor watermolens ongunstig waren. De oudste nog bestaande windmolen van de Lage Landen dateert vermoedelijk uit 1183 en werd gebouwd in het graafschap Vlaanderen te Wormhout. De oudste via archieven bekende windmolen behoorde toe aan de Croyland abdij (UK), uit 870. Belangrijke toepassingen van windmolens waren het malen van graan, het pompen van water en ook het zagen van hout. De eerste poldermolen stond in 1316 in de buurt van Gent in Vlaanderen, te Drongen. In Nederland heeft het gebruik van windenergie een grote vlucht genomen met de inpoldering en het droogmalen in de 17de eeuw. Dankzij het werk van deze windmolens kregen de Lage Landen en in het bijzonder Nederland hun huidig aanzien. In Nederland wiekten in de 19de eeuw zo'n 10.000 molens! In de huidige molendatabasis  zijn nog 1331 Belgische en 1191 Nederlandse molens opgenomen.

Met de uitvinding van de stoompomp en -machine in de 18de eeuw in Engeland en hun veralgemeende verspreiding in de 19e eeuw had men een krachtig en betrouwbaar hulpmiddel dat kon worden ingezet aanvullend of onafhankelijk van water of wind. Langzamerhand  verdrongen zij water- en windmolens uit het landschap. De eerste bruikbare stoom(mijn)pomp is gepatenteerd door Savery in 1698, en ingezet door Newcomen in 1709. Vanaf 1765 werd de balansstoommachine voor energieopwekking op punt gezet door Watt & Boulton en is, voornamelijk door de op- en neergaande beweging om te zetten in een continu-draaiende beweging, de 'motor' van de Industriële Revolutie geworden. 
De oudste, nog werkende stoom(balans)machine ter wereld is deze van het Crofton Pumping Station (UK) uit 1812. De oudste in Nederland gebruikte stoommachine diende in Rotterdamse-Blijdorppolder als waterpomp (1776). De eerste volledig in Nederland geconstrueerde 'vuurmachine' was volgens recentste gegevens deze van Hope & Brouwer in Groenendaal (1781). Het spectaculairste nog bestaande stoomgemaal van Nederland is wel de Cruquius nabij Haarlem uit 1849, tevens de grootste balansstoommachine ter wereld (werelderfgoed-site). 
De oudste, recent gerestaureerde stoommachine-behuizing voor een Watt & Boulton stoommachine, de laatste van het continent, staat in het Belgisch-Waalse Bernissart: een 'machine à feu' uit 1781 ooit in gebruik bij een koolmijn. De oudste nog bestaande (verticale) stoommachine in de Benelux is deze uit 1831 in de stokerij Betsberg in het Oost-Vlaamse Landskouter.
(met dank aan Wikipedia)

Na het speelkwartiertje van gisteren gaat deze les er waarschijnlijk wel weer in omdat de aandacht er terug is denkt juf gerdaYD *wink, big smile*. En ook de foto's (klik) hoop ik...

woensdag 21 oktober 2015

Even verpozen...


Er was eens een kikker uit Millen
Die stond op zijn pootjes te trillen
Dat was niet zo raar
De kok stond daar maar
En staarde verrukt naar zijn billen
© hannekelive

Er mag al eens speeltijd gehouden worden tussen al dat intellectueel geweld in hé? *wink,big smile*

dinsdag 20 oktober 2015

ARTS et METIERS AUTOMATEN


Hoe laat je een apparaat uit zichzelf bewegen als je geen kleine krachtbron tot je beschikking hebt? Eigenwijze uitvinders lieten zich daardoor niet uit het veld slaan. Ze bouwden automaten die ze in beweging brachten met alternatieve krachtbronnen.

Automaten zijn objecten die uit zichzelf blijven werken als ze eenmaal in beweging zijn gezet. De meest bekende automaten zijn voorwerpen als klokken en horloges die werken dankzij een mechaniek van tandwieltjes en radertjes. Maar sommige uitvinders gingen verder dan een simpel klokje. Al in de vierde eeuw voor Christus beschreef Heron van Alexandrië mechanieken zoals een houten modelduif die bewoog op een stok. Deze automaten werden aangedreven door stromend water, vallende gewichtjes en stoom.

Rond dezelfde tijd begonnen Chinese uitvinders ook automaten te bouwen die op levende wezens leken. Gedurende duizend jaar lieten genieën uit het Oosten hun fantasie de vrije loop. Hun machines gingen van vissende otters tot hele orkesten die voor de keizers muziek maakten. En ze werkten allemaal op stromend water, stoom en radermechanieken.
Aan het eind van het eerste millennium waaide de trend over naar Europa, en begon men ook hier automaten te bouwen. In de vijftiende eeuw werd de springveer uitgevonden. Dit bracht de automaat in een stroomversnelling. Eindelijk was er een manier om kleine, lichte bouwsels te laten bewegen zonder al het gedoe met stromend water en stoommachines. 
(bron: Sven de Jong)

En wie enkele wondermooie automaten uit het Musée des Arts et Métiers wil zien, klikt hier. Dit item zal jullie misschien wat meer aanspreken dan de vorige waar ik het over had...

maandag 19 oktober 2015

ARTS et METIERS COMMUNICATIE FOTOGRAFIE


Fotografie is het met behulp van licht en andere vormen van straling vastleggen van afbeeldingen van voorwerpen en verschijnselen op radiatie- of stralingsgevoelig materiaal. Het woord is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk schrijven met licht (phootos, van foos), en grafoo (van schrijven).

Iemand die beroepsmatig fotografie verricht noemt men een fotograaf. Sinds de intrede van de digitale fotografie bestaat er een verschil tussen het nemen van een foto en het maken van een foto. Met de huidige fotobewerkingsprogramma foto's maken. Hiervoor is niet noodzakelijk een fotocamera nodig; men kan bestaande foto's makkelijk bewerken tot een eigen product. Echter, voor het nemen van een foto maakt men wel degelijk gebruik van een camera. Een afdruk van een voorwerp dat direct op lichtgevoelig materiaal gelegd is en vervolgens belicht, is een fotogram.
Meer weten? Klik dan hier
En wie onze foto's van het Musée des Arts et Metiers wil bekijken, klikt hier.

Sorry dat ik gisteren niet bij jullie langs kwam, we trokken er even op uit met Interbellum (klik) om de Villa Cavrois (klik) van de befaamde architect Mallet-Stevens (klik) te bezoeken en er natuurlijk een foto-sessie te houden, je kent me ondertussen al een beetje hihi. Ik haal mijn schade op jullie blogs vandaag in en hoop dat jullie er allemaal een heel mooie, nieuwe week van zullen maken!

zondag 18 oktober 2015

Zondag: bij-tank-dag


Postkaart Zillebeke-Hooge: het ‘Tankkerkhof’ - verzameling Guido Deseijn aka Leflamand

Op het slagveld rond Ieper na de ‘Groote Oorlog’ telde Vlaanderen in de jaren 1920-1930 nog tientallen tankwrakken die destijds bekende toeristenattracties waren - o.a. te Ieper zelf, en op het grondgebied van Zillebeke-Hooge (waar talrijke kapotgeschoten tanks het bekende ‘tankkerkhof' vormden) en te Langemark-Poelkapelle (zie foto’s) - niet te missen rustpunten voor de toeristen die per fiets of auto (voor wie het kon betalen) naar zee trokken. Zij verdwenen allemaal als ‘oud ijzer’ bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Het laatste exemplaar stond in het centrum van Poelkapelle-Statiestraat maar is door de Duitsers in 1941 verwijderd. Slechts in oktober 2009 is er op die plaats een monument(je) onthult voor de 243 Engelse soldaten van het Tank-corps die in de Slag om Ieper sneuvelden - het ‘Ypres Salient Tank Memorial’ - nadien aangevuld met een klein metalen schaalmodel op een sokkel. 
IJverige leden van de ‘Poelcapelle 1917 Association’ vzw zijn momenteel actief een (werkende!) replica op ware grootte van een Mark IV tank na te bouwen (zie daarvoor hier).

Postkaart toestand jaren 1920-1930 - verzameling Guido Deseijn aka Leflamand

Toestand vandaag vanop zelfde standpunt

zaterdag 17 oktober 2015

ARTS et METIERS COMMUNICATIE GELUID BEELD


Geluid in engste zin is de hoorbare verandering van de luchtdruk. Geluid kan ook in een ander medium optreden, bijvoorbeeld door drukwisselingen in water. In ruimere zin is geluid iedere verandering van de heersende statische atmosferische druk, al dan niet hoorbaar. Heel algemeen wordt onder geluid iedere verandering van de dichtheid van een elastisch medium verstaan. Geluid plant zich als een longitudinale golf van dichtheidswisselingen van het medium voort.

Geluid kan door mensen of dieren met een gehoororgaan worden waargenomen wanneer het trommelvlies van het oor in trilling wordt gebracht en het gehoororgaan deze trillingen verwerkt tot signalen die door en met de hersenen worden geïnterpreteerd.

Een geluidsbron veroorzaakt veranderingen in luchtdruk die zich in een golfbeweging door lucht voortbewegen. Wanneer zo'n geluidsgolf het trommelvlies bereikt, wordt dit aan het trillen gebracht in overeenstemming met de frequentie van de geluidsgolf.

Veranderingen in luchtdruk moeten bepaalde karakteristieken hebben om te worden waargenomen, zoals het uitoefenen van een voldoende druk op het trommelvlies met een bepaalde frequentie. Als het geluid te zacht is, kan het niet worden waargenomen, maar wel met meetapparatuur worden gemeten. Sommige luchtdrukveranderingen worden niet als geluid waargenomen, maar wel fysiek ervaren.

Geluid wordt gemeten met een microfoon. De geluidsgolf neemt ook energie met zich mee, maar die energie is relatief gering. Geluid wordt vaak afgebeeld als een sinusgolf, maar fysisch gezien is geluid in een medium als lucht of water een longitudinale golf: de golfbeweging heeft dezelfde richting als de voortplanting van de energie. De toppen van deze golf zijn de drukmaxima, de dalen van deze golf zijn de drukminima.

Een beeld in de optica ontstaat op de plaats waar de lichtstralen samenvallen die van een voorwerp afkomstig zijn en door een lens of een spiegel gebundeld zijn. Bij een voorwerp op voldoend grote afstand zal het beeld in het brandpunt van de lens gevormd worden, bij voorwerpen op kleinere afstanden zal het beeld verder van de lens af liggen. Idealiter worden alle punten in een voorwerpsvlak onvervormd weergegeven in een daarmee evenwijdig beeldvlak aan de andere kant van het optische afbeeldingssysteem; in de praktijk zullen er altijd allerlei soorten afbeeldingsfouten zijn. De uitdaging voor de ontwerper van een optisch systeem is die fouten zo klein mogelijk te maken.

In de meeste gevallen zal het beeld in een beeldvlak vallen dat min of meer cirkelvormig is. Afhankelijk van de toepassing kan er met het beeld het volgende gebeuren:

Een luchtbeeld kan bekeken worden met een tweede lens, een oculair. Dit wordt toegepast bij microscopen, verrekijkers en telescopen.
Het beeld kan op een vlak geprojecteerd worden, zoals bij een projector, beamer. Ook het matglas van spiegelreflexcamera's is een voorbeeld hiervan.
Het beeld kan op een sensor vallen:
In het oog valt het beeld van de ooglens op het netvlies
In de „chemische” fotografie valt het beeld op een film, waarna het door chemische bewerkingen permanent gemaakt kan worden.
In de „elektronische” fotografie kan het beeld door een beeldsensor omgezet worden, waarna het elektronisch bewerkt en opgeslagen kan worden als videobeeld of digitale foto.
(met dank aan Wikipedia)

Ziezo, met deze hele boterham om te behappen en de toestellen om geluid en beeld vast te leggen én te reproduceren die je hier kan bekijken, zend ik jullie het hopelijk heerlijk weekend in!

vrijdag 16 oktober 2015

ARTS et METIERS TELE COMMUNICATIE TEKST


Telecommunicatie (samenstelling uit het Griekse tèle=ver en het Latijnse communicare= mededelen) is het overbrengen van informatie van de ene plek naar een andere zonder dat iets of iemand zich fysiek daar naartoe verplaatst.
Moderne vormen van telecommunicatie zijn: (mobiele) telefoon, radio, televisie en internet. Een oudere vorm is telegrafie. Experimenten om te communiceren op afstand zijn zeer oud (vuur, rooksignalen, heliograaf, de optisch-mechanische telegrafie ontwikkeld door Claude Chappe in Frankrijk vanaf 1793 enz.).

De overdracht van informatie vindt via elektromagnetische weg plaats, bijvoorbeeld in kabels (elektrische signalen), glasvezel (licht) of met radiogolven door 'de ether'. Door koppeling met randapparatuur, multiplexers en schakelapparatuur (bijvoorbeeld een telefooncentrale of een IP-router of een ATM-switch) ontstaan telecommunicatienetwerken waarop grote aantallen gebruikers kunnen worden aangesloten.

Belangrijke personen op dit gebied zijn:
Antonio Meucci, uitvinder telefoon
Alexander Graham Bell, als eerste patent aangevraagd op de telefoon
Edwin Armstrong, uitvinder Frequentiemodulatie en superheterodyne radio-ontvanger
Claude Chappe, grondlegger van het Franse netwerk van optische telegrafen
Émile Baudot, uitvinder van de Baudotcode
Richard Hamming, uitvinder foutcorrigerende code
Guglielmo Marconi, uitvinder radiotelegrafie
Harry Nyquist, groot bijdrager aan de ontwikkeling van de informatietheorie
Claude Shannon, grondlegger informatietheorie.
(bron: Wikipedia)

En hier kan je enkele foto's bekijken van toestellen waarmee dit vroeger allemaal werd gedaan...

donderdag 15 oktober 2015

ARTS et METIERS COMMUNICATIE TEKSTRANSMISSIE DRUKKERIJ


Een drukkerij is een werkplaats voor typografische werkzaamheden, met name het drukken met behulp van een drukpers. In een drukkerij kunnen een of meer drukpersen zijn opgesteld, van een mini-pers voor etiketten of visitekaartjes tot een tientallen meters lange meer-kleuren-pers.

Al voor de uitvinding van de boekdrukkunst in Duitsland was het vermenigvuldigen van illustraties en tekst met behulp van een uit hout gesneden drukvorm bekend. In de vijftiende eeuw kwam het drukken van loden letters in zwang. Het oudste type drukpers is de degel-pers. Papier wordt met behulp van een plaat (degel) op de geïnkte drukvorm gedrukt, waardoor een afdruk ontstaat. In de loop der eeuwen is de degel gemoderniseerd. Later werden cilinderpersen en rotatiepersen ontwikkeld waardoor de productiesnelheden enorm toenamen.

In de twintigste eeuw kwam het offsetprocedé in zwang. Tegenwoordig komt vooral de digitale druktechniek op waarbij een bestand rechtstreeks van een computer naar een (grote) printer wordt doorgestuurd en zo wordt afgedrukt. Daarnaast bestaan er persen voor foliedruk, diepdruk, zeefdruk en tampondruk.

Een zetterij is een werkplaats voor typografische werkzaamheden, met name het zetten. Bij een drukkerij behoorde meestal een zetterij. Hier vervaardigde aanvankelijk de handzetter met losse loden letters en clichés een handzetsel.
Het handzetten werd aan het begin van de twintigste eeuw naar de achtergrond gedrongen door de komst van de zetmachine. De plaats waar deze machines waren opgesteld hield de naam zetterij.

Sinds de opkomst van offsetdruk en digitale methoden van drukvoorbereiding, ongeveer in de jaren tachtig van de twintigste eeuw, bestaan er nog nauwelijks hand-zetterijen. Hun plaats is ingenomen door (afdelingen van) bedrijven die digitaal tekst leveren.
(Wikipedia)

Een idee zoals het vroeger werd gedaan kan je hier krijgen. En een mooie dag krijg je ook van mij!

woensdag 14 oktober 2015

Liefde...


Liefde is... haha, ik zie het jullie al denken, maar dat is het niet hoor, Lefla en ik verdringen elkaar hier gewoon maar om als eerste de beste foto's te kunnen maken op onze tripjes... of zo iets.
*wink, big smile*
Herinnering aan een mooie zomer die nu helaas voorgoed voorbij is...

dinsdag 13 oktober 2015

ARTS et METIERS TECHNIEK


De geschiedenis van de technologie is de historie van de uitvinding van gereedschap en technologie. Nieuwe kennis en techniek heeft ons in staat gesteld nieuwe dingen te ontwikkelen, maar technologie heeft de wetenschap in staat gesteld nieuwe gebieden te verkennen.

De technologische groei van de mensheid is nauw verwant met het verloop van de geschiedenis. Ging technologische ontwikkeling in het begin nog langzaam, tegenwoordig gaan de ontwikkelingen razendsnel. De band tussen technologie en de ontwikkeling van de maatschappij is niet alleen innig en wederzijds versterkend, maar ook wederzijds versnellend.

Het begrip techniek wordt in verschillende betekenissen gebruikt.
- Het geheel van materiële zaken als voorwerpen, meubels, apparaten, dat niet tot de natuur behoort maar eens door de mens is uitgevonden, verwant met uitvinding.
- Het op systematische manier toepassen van nieuwe natuurwetenschappelijke of andere georganiseerde kennis ten behoeve van praktische doeleinden, verwant met technologie.
- Een bepaalde aangeleerde vaardigheid in het werk, sport of spel of in het huishouden om een bepaalde activiteit te verrichten, verwant met gestructureerd handelen.
- Techniek die te maken heeft met het ontwerpen en bouwen van computers, mobiele telefoons, wolkenkrabbers, en andere bouwwerken, verwant met bouwkunst.
- Een vak in het onderwijs over het maatschappelijk functioneren van techniek, over technische ontwikkelingen, over de pijlers van techniek als materie, energie en informatie, over in de relatie tussen techniek en natuurwetenschappen, over de technieken om techniek voort te brengen, en of het zelf praktisch bezig te zijn op dit gebied.
- Een tak van wetenschap naast de geesteswetenschap, de natuurwetenschap, en de sociale wetenschap, verwant met technische wetenschap.

En dat alles wordt in het Musée des Arts et Métiers perfect geïllustreerd, kijk daarvoor maar hier.

maandag 12 oktober 2015

ARTS et METIERS INDUSTRIE


De industrie (Lat Industria : bedrijvigheid, ijver) is het deel van de economie, dat wordt gekenmerkt door de productie en verwerking van materiële goederen of artikelen in fabrieken en ondernemingen, veelal gekenmerkt door een hoge graad van mechanisering en automatisering - in tegenstelling tot de ambachtelijke vorm van de productie. Het proces van veranderingen in het productieproces door mechanisatie en de daaropvolgende veranderingen in de productieorganisatie, zoals de invoering van het fabriekssysteem, wordt industrialisatie genoemd.

De industrie kan worden ingedeeld in twee hoofdgroepen:
De materialen producerende, procesmatige industrie of procesindustrie, omvat de productie van materialen. Het gaat hierbij om de chemische industrie, terwijl ook om een groot gedeelte van de voedingsmiddelenindustrie en de basismetaalindustrie zoals het hoogovenbedrijf en staalfabrieken een procesmatig karakter hebben.
De discrete productie, ook wel maakindustrie genoemd, omvat de productie van discrete producten. Dit kan gaan om voorwerpen als ook om verpakte materialen, voedingsmiddelen en dergelijke.
Andere indelingen die kunnen worden gemaakt:
- Kapitaalgoederenindustrie
- Consumptiegoederenindustrie
(bron: Wikipedia)

In het Musée des Arts et Métiers zijn daarvan natuurlijk tal van voorbeelden te vinden, klik daarvoor maar hier. Fijne nieuwe week allemaal!

zondag 11 oktober 2015

Zondag: bij-tank-dag


“LIFE IN A TRENCH IN BELGIUM” – “HET LEVEN IN DE LOOPGRAVEN AAN DE IJZER”... de beschrijving van de onmenselijke toestanden in de loopgraven op een vastgelopen slagveld tijdens de Eerste Wereldoorlog - nu zo’n 100 jaar geleden door de Canadese luitenant Gitz Rice voor de toekomstige generaties op een COLUMBIA 78T fonoplaat vastgelegd... We hebben nooit de kans gehad deze breekbare getuigenis te beluisteren, want wie heeft er nu nog een platenspeler die dit draaien kan... Maar dit doet ons denken aan die gouden plaat die per satelliet de ruimte ingestuurd is met de illusie dat ‘aliens’ ooit onze vredesboodschap zullen beluisteren: geen kat zal ze horen dus net als niemand een les heeft getrokken uit het verhaal van luitenant Rice, want er wordt nog steeds overal gevochten...
(verzameling Guido Deseijn aka Leflamand)

zaterdag 10 oktober 2015

ARTS et METIERS BOUWKUNDE


Bouwkunde omvat de wetenschappelijke kennis en techniek met betrekking tot het bouwen van alles wat voor bewoning of huisvesting van mensen en hun bedrijvigheid bedoeld is. Globaal zijn er binnen de bouwkunde een aantal richtingen aan te wijzen waarin men werkzaam kan zijn:
- organisatie (plannen en beheren, bijvoorbeeld projectontwikkeling en vastgoedbeheer)
- constructie (het ontwerpen en berekenen van bouwconstructies)
- bouwtechniek (het ontwerpen van technische details)
- uitvoeringstechniek (de bouw van een bouwwerk: aannemer / uitvoerder)
- architectuur (het ontwerpen van bouwwerken)
- bouwfysica (het berekenen van de fysische aspecten van de gebouwde ruimte)
- stedenbouw (onderzoek wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en nieuw in te richten gebieden)
- restauratie (restaureren, renoveren en herbestemmen van bestaande bouw eventueel met monumentale status)
- onderhoud (het in een goede staat houden van alles dat gebouwd is en gestremd is voor bewoning of andere vormen van gebruik)
(bron: Wikipedia)

En deze mannetjes zijn in deze maquette ook flink aan het bouwen aan het Vrijheidsbeeld dat later door de Fransen aan Amerika werd geschonken! In het Musée des Arts et Métiers te zien, en ook in onze foto's, klik daarvoor maar hier.

Allemaal bedankt voor het duimen gisteren: het heeft geholpen! De scan was goed en ook het blaasonderzoek was dat. Bovendien zijn er geen kankercellen gevonden dus; hoera! Jullie en wij kunnen nu aan een heerlijk weekend beginnen hé!

vrijdag 9 oktober 2015

ARTS et METIERS TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN


Zijn jullie er na het merkwaardig slippertje van gisteren (klik) weer allemaal *wink, big smile*? Dan gaan we verder met de les, akkoord?

De toegepaste wetenschappen omvatten de wetenschappelijke richtingen die als doel hebben een probleem op te lossen, of een product, dienst of techniek te ontwikkelen.
Het onderzoek is geïnspireerd op maatschappelijke vragen die om antwoorden of oplossingen vragen. Het wordt dan gebruikt als tegenhanger van de 'zuivere' of fundamentele wetenschap, die enkel als doel heeft de eigen kennis te vergroten. 

In Vlaanderen was de faculteit der 'toegepaste wetenschappen' aan een universiteit de faculteit die de burgerlijk ingenieurs opleidde. Sinds 2005 hebben de Vlaamse universiteiten de naam Faculteit Toegepaste Wetenschappen veranderd in Faculteit Ingenieurs Wetenschappen, analoog aan de Engelstalige naamgeving Faculty of Engineering.

In Nederland is in 1932 bij wet TNO opgericht. Deze organisatie heeft als doel een brug te vormen tussen wetenschappelijk onderzoek enerzijds en de toepassing daarvan bij de overheid en het bedrijfsleven anderzijds.

En in Frankrijk, namelijk in het Musée des Arts et Métiers (klik) kan je zien met welke middelen het vroeger werd gedaan, kik daarvoor maar hier.

Bedankt voor het meeleven gisteren (klik), vandaag krijg ik de uitslag van het onderzoek, dus duimen maar dat die nare bloemkolen (klik) effectief weg zijn gebleven en mijn overblijvende nier het goed doet... Fijne dag nog allemaal!

donderdag 8 oktober 2015

Niet gedacht hé?


Even er tussendoor, kwestie van jullie bij de les te laten blijven: de kleine man met de kleine camera *wink, big smile*. Zo laat ik jullie zien dat ik niet alleen foto's op al onze tochten maak...

Wie het zich afvroeg: ik was er gisteren niet, en ook niet bij jullie. Stom, ik vergat het te vertellen, maar ik zat een groot deel van dag in het ziekenhuis voor een scan. Ik haal mijn scha nu in!

dinsdag 6 oktober 2015

ARTS et METIERS STUDIE DER MATERIALEN


Een materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof die bestemd is om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, die geselecteerd wordt op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing.
De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt, als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Materialen worden toegepast als bouwmateriaal, in de industrie, bij de ambachtelijke en industriële productie van goederen, en in de kunst als uitgangsmateriaal bij het creëren van kunstvoorwerpen.

Enkele toestellen in het Musée des Arts et Metiers (klik) die voor de studie van materialen gebruikt werden kan je hier (klik) bekijken. Zijn jullie er nog, en vooral bij de les? Ik verg veel van jullie hé, en van jullie verstand... *wink, big smile*.

maandag 5 oktober 2015

ARTS et METIERS LENGTE INHOUD GEWICHT


Het metriek stelsel is een systeem van uniforme standaardeenheden voor het meten van bijvoorbeeld afstand, gewicht en temperatuur. Al in de 16e en 17e eeuw ijverden wetenschappers als Simon Stevin en Christiaan Huygens voor algemene maten die iedereen zou aanhouden. De invoering van het metriek decimaal stelsel was een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Franse Revolutie en het Napoleontisch tijdperk. Vóór de invoering van het metriek stelsel werden verschillende maten gebruikt in verschillende landen en zelfs in verschillende delen van een land. Zo verving de meter oudere maten als de duim, de el en de voet. Tot eind 18e eeuw bezat elke stad een eigen systeem van standaardmaten, vastgesteld door de magistraat. Dit bemoeilijkte tussen-stedelijke en tussen-landelijke handel en wetenschap ernstig.

Het metriek stelsel werd ontworpen in de periode 1790-1798 door een commissie van wis- en natuurkundigen, in opdracht van de Franse revolutionaire regering. Met het decreet van 18 Germinal An III (7 april 1795) werd het metrieke stelsel ingevoerd in de Franse Republiek (waarbij ook de voormalige Oostenrijkse Nederlanden waren ingelijfd), maar het maakte dit systeem nog niet verplicht. In 1798 werd de Bataafse Republiek uitgenodigd door de Franse regering om mee te helpen aan het standaardiseren van de nieuwe maateenheden. De standaardmeter (le Mètre des Archives) werd pas in 1799 vervaardigd, en zolang alle lokale gebruikelijke lengtematen niet overgezet waren naar de nieuwe eenheid, bleef er onzekerheid onder de gebruikers bestaan.

Bij de IJkwet van 21 augustus 1816  werd het metriek stelsel (het eenvormig stelsel van maten en gewichten) vanaf 1820 verplicht in het toenmalige Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Eigenlijk was het een herinvoering. Naast de verandering van maten en gewichten werden ook de munten onder handen genomen: deze werd onderverdeeld in 100 centen (centimes). Koning Willem I zag vooral het economische voordeel in van betere, uniforme maten en gewichten en trok zich van de revolutionaire oorsprong ervan niets aan.

Toen België zich in 1830 afscheidde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, was het gebruik van het metriek stelsel in België niet meer verplicht. Niettemin werd het stelsel daar heringevoerd met de wet van 11 juni 1836, die werd bevestigd door de zogenaamde IJkwet van 1 oktober 1855. Hoewel Frankrijk aan de oorsprong lag van het metriek stelsel, werd het daar pas in 1837 gedurende de Julimonarchie officieel verplicht.
(Wikipedia)

Zo zijn jullie weer wat wijzer geworden en ik ook hihi. Willen jullie enkele toestellen uit het museum zien waarmee dit allemaal werd verricht? Klik dan hier. En voor daarna: prettige week allemaal!

zondag 4 oktober 2015

Zondag: bij-tank-dag


Vandaag houden we het luchtig en zullen jullie daarbij eens aan het dóórdenken zetten... 
Hoe klinkt een tank die een rupsband verloor? 
pe- tanque... pe-tanque... pe-tanque... 
*wink, big smile*

(verzameling Guido Deseijn aka Leflamand)

zaterdag 3 oktober 2015

ARTS et METIERS ROBOTICA


Zoals ik jullie gisteren (klik) al vertelde waren al die telmachines die men in vorige eeuwen uitvond voorlopers van de computer, en in extensie ook van de robotten.

Robotica is de tak van de mechatronica die de theoretische implicaties en praktische toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord bestudeert.

De eerste literatuur over robots kwam van de Tsjechische schrijver Karel Capek R.U.R. (Rossum's Universal Robots) (1920), waarin het woord 'robot' voor het eerst gebruikt werd. Isaac Asimov heeft een aantal sciencefictionboeken geschreven waarin robots de hoofdrollen spelen. Zijn theoretische overwegingen zijn vastgelegd in de drie wetten van de robotica. Asimov bedacht de wetten, waaraan alle robots zouden moeten voldoen, om te garanderen dat nooit een mens in gevaar zal komen door toedoen van een robot.

Robotica is een wetenschap die vooral gericht is op systeemintegratie. Een goed ontworpen robot zal zijn waarnemingen (die verkregen zijn met behulp van sensoren) kunnen vertalen naar handelingen die zijn actuatoren zullen uitvoeren. Dit moet dan zó gebeuren dat de robot de vooraf gestelde taken kan vervullen. De verschillende stappen die met deze operaties gepaard gaan, hebben een waaier van onderzoeksdomeinen voortgebracht die elk één van de problemen behandelt die overwonnen moeten worden bij de constructie van een robot.
Meer weten? Eén adres: Wikipedia (klik)
Meer zien? Klik dan hier.

En maak er allemaal een fijn weekend van, daar geen wij vandag al mee beginnen door de mooie thematocht met de GVSALM (klik)!

vrijdag 2 oktober 2015

ARTS et METIERS METEN en REKENEN


Na de uitvinding van de abacus (het telraam) bleef het eeuwenlang stil rond de ontwikkeling van de rekenapparaten. Tot het einde van de middeleeuwen had iedereen waarschijnlijk genoeg aan hun vingers en de abacus.
Met de renaissance en de nieuwe interesse voor de wetenschappen kwam ook de behoefte om ingewikkelde berekeningen uit te voeren.
De eerste grote uitvinding op dat gebied was in 1614 de logaritmen ofte rekenregel door John Napier. In de 17e eeuw hebben, onafhankelijk van elkaar, de Duitser Schikard en de Fransman Pascal machines gebouwd, die toelieten rekenkundige bewerkingen te verrichten. Doch deze machines hadden noch geheugen om gegevens op te slaan, noch programmageheugen. De operator zelf moest de opeenvolging van bewerkingen bepalen en de tussenresultaten onthouden.
In de 17e eeuw ontwierp Blaise Pascal ook de eerste telmachine, de Pascaline. Deze was echter niet zeer betrouwbaar.
(Wikipedia)

Enkele van de toestellen waarmee onze voorouders het meten en rekenen verrichtten kan je hier bekijken... Het zal misschien een onderwerp zijn dat jullie iets minder interessant vinden maar vergeet het niet: zonder dat was de computer er nooit geweest... 

donderdag 1 oktober 2015

ARTS et METIERS TIJD LEZEN KLOKKEN


Op wetenschappelijk niveau stond de klok gelijk aan de ontdekking van Amerika of de uitvinding van de drukpers. Tussen 1660 en 1760 vond de 'horologische revolutie' plaats. Dit is de periode waarin de uurwerktechnologie met sprongen vooruit ging, en klokken en horloges beter en talrijker werden. Christiaan Huygens verkreeg in 1657 het patent op het slingeruurwerk.

Aan het einde van de zeventiende eeuw beleefden de uurwerken hun toppunt van waardering. Een klok werd vergeleken met het goddelijke. Hij stond voor harmonie in het leven, voor de eeuwigheid en matiging. Een klok had het prestige van een gotische kathedraal en was bijna heilig. De invloed op het leven van de mensen was nog groter. Zeker toen de uniformering van de tijd een feit was.

In de achttiende eeuw werd het uurwerk nog verder verbeterd,. Dit was nodig, omdat er op zee behoefte was aan goede en nauwkeurige klokken voor het bepalen van de positie op zee. Afstanden tot de Noord- en Zuidpool (de breedte) waren goed te bepalen aan de hand van de Poolster of de zon. Voor de lengtebepalingen was zo'n herkenningspunt er niet. Aan de hand van zeer nauwkeurige klokken kon de tijd van de thuishaven bepaald worden. Door die te vergelijken met de plaatselijke tijd, zoals door de zonnestand aangegeven, kon het tijdsverschil, en daarmee het lengteverschil, met de thuishaven bepaald worden. Hierdoor konden eilanden makkelijker teruggevonden worden.
(Wikipedia)

Verzot op klokken? Dan moeten jullie hier (klik) maar eens piepen!