Honderd jaar geleden:
versterking Belgische kust met nieuwe geschutsbatterijen (augustus 1917).
Na de bezetting van België in 1914 besefte het Duitse "Marinekorps Flandern" algauw dat de hele kuststrook een strategisch zwak punt zou vormen tijdens de bezetting. Met de bekende Pruisische "Gründlichkeit" werd daar prioritair aan verholpen - liever dan de veroverde forten in het binnenland opnieuw te versterken. Onder de propagandaslogan "Gott strafe Engeland!" moesten alle aanvallen en invasies van over de Noordzee geweerd.
Al in december 1914 begonnen de militaire "Pionierkompanien" aangevuld met duizenden arbeiders uit de Rijnstreek, met Russische krijgsgevangenen en zelfs Belgische bouwbedrijven, aan de uitbouw van de kustverdediging in gewapend betonconstructies als onderdeel van de "Hindenburglinie".
(voor- en zijzicht van het superkanon van de batterij "Deutschland", jaren 1920)
Tussen 1915 en 1917 betrof het meestal lichte artillerie, maar vanaf begin 1917 werden deze in de duinen aangevuld door vaste zware geschutposten tot beruchte 38cm Krupp kanonnen van het type "Lange Max": "Batterie Pommern" te Moere-Leugenboom (1 exemplaar, fundering bewaard) en nabij Klerken-Predikboom (verdwenen), en de "Batterie Deutschland" in Klemskerke tussen Bredene en Den Haan (2, later 4 exemplaren). Deze werden verkeerdelijk "Dicke Bertha's" genoemd - het 'super' 42 cm mortiergeschut met grotere reikwijdte dat op spoorwegwagons desnoods snel kon verplaatst. Dit type - waarvan vermoedelijk slechts een 10-tal zijn geconstrueerd - was het eerst 'getest' nabij Verdun (Fort Douaumont) in 1915, en enkele latere exemplaren zijn slechts in 1917-1918 ingezet tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de beschieting van Amiens en zelfs Parijs.
(postkaarten verzameling Guido Deseijn alias Leflamand)
(dubbele munitiebunker van de batterij "Deutschland" voor de gescheiden opslag van munitie en ontstekers, jaren 1920)