donderdag 22 oktober 2015

ARTS et METIERS ENERGIE MECHANISCH


Het woord energie komt van het Griekse Energeia, dat waarschijnlijk voor het eerst wordt gebruikt in het werk van Aristoteles in de 4e eeuw voor onze tijdrekening.
Energie is een natuurkundige grootheid die wordt gedefinieerd door de hamiltoniaan. De SI-eenheid van energie is joule. Energie wordt vaak aangeduid als de mogelijkheid om arbeid te verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een verandering te bewerkstelligen.

Energie wordt vanouds gewonnen met behulp van water-, wind en stoomkracht, in volgorde van ouderdom. Waterkracht is de naam voor energie die sinds de oudheid wordt ontleend aan water via watermolens, hetzij door gebruik te maken van een hoogteverschil hetzij door gebruik te maken van de stroomsnelheid van water (bv. getijde-molens). Watermolens raakten verspreid over Europa in de Romeinse periode. Men onderscheidde vanouds vaste watermolens, maar ook zgn. drijvende schipmolens, naast ros- en tredmolens. 

Voor het opwekken van mechanische energie is het waarschijnlijk dat sinds de 12e eeuw ook het gebruik van de windmolen in West-Europa opgang maakte, daar waar in vlakke binnenlanden de omstandigheden voor watermolens ongunstig waren. De oudste nog bestaande windmolen van de Lage Landen dateert vermoedelijk uit 1183 en werd gebouwd in het graafschap Vlaanderen te Wormhout. De oudste via archieven bekende windmolen behoorde toe aan de Croyland abdij (UK), uit 870. Belangrijke toepassingen van windmolens waren het malen van graan, het pompen van water en ook het zagen van hout. De eerste poldermolen stond in 1316 in de buurt van Gent in Vlaanderen, te Drongen. In Nederland heeft het gebruik van windenergie een grote vlucht genomen met de inpoldering en het droogmalen in de 17de eeuw. Dankzij het werk van deze windmolens kregen de Lage Landen en in het bijzonder Nederland hun huidig aanzien. In Nederland wiekten in de 19de eeuw zo'n 10.000 molens! In de huidige molendatabasis  zijn nog 1331 Belgische en 1191 Nederlandse molens opgenomen.

Met de uitvinding van de stoompomp en -machine in de 18de eeuw in Engeland en hun veralgemeende verspreiding in de 19e eeuw had men een krachtig en betrouwbaar hulpmiddel dat kon worden ingezet aanvullend of onafhankelijk van water of wind. Langzamerhand  verdrongen zij water- en windmolens uit het landschap. De eerste bruikbare stoom(mijn)pomp is gepatenteerd door Savery in 1698, en ingezet door Newcomen in 1709. Vanaf 1765 werd de balansstoommachine voor energieopwekking op punt gezet door Watt & Boulton en is, voornamelijk door de op- en neergaande beweging om te zetten in een continu-draaiende beweging, de 'motor' van de Industriële Revolutie geworden. 
De oudste, nog werkende stoom(balans)machine ter wereld is deze van het Crofton Pumping Station (UK) uit 1812. De oudste in Nederland gebruikte stoommachine diende in Rotterdamse-Blijdorppolder als waterpomp (1776). De eerste volledig in Nederland geconstrueerde 'vuurmachine' was volgens recentste gegevens deze van Hope & Brouwer in Groenendaal (1781). Het spectaculairste nog bestaande stoomgemaal van Nederland is wel de Cruquius nabij Haarlem uit 1849, tevens de grootste balansstoommachine ter wereld (werelderfgoed-site). 
De oudste, recent gerestaureerde stoommachine-behuizing voor een Watt & Boulton stoommachine, de laatste van het continent, staat in het Belgisch-Waalse Bernissart: een 'machine à feu' uit 1781 ooit in gebruik bij een koolmijn. De oudste nog bestaande (verticale) stoommachine in de Benelux is deze uit 1831 in de stokerij Betsberg in het Oost-Vlaamse Landskouter.
(met dank aan Wikipedia)

Na het speelkwartiertje van gisteren gaat deze les er waarschijnlijk wel weer in omdat de aandacht er terug is denkt juf gerdaYD *wink, big smile*. En ook de foto's (klik) hoop ik...