Franse FT-17 tanks zijn Olsene binnengerukt, pauzerend langs de steenweg Deinze-Kortrijk (foto verzameling Heemkundige Kring Zulte)...
Zoals vorige Bij-tank-dag meegedeeld werd de Belgische poging het Afleidingskanaal over te steken nabij Eeklo een dramatische mislukking. Rond Allerheiligen-Allerzielen werd een aanvankelijke gelukte oversteek van het Schipdonkkanaal tussen Celie en Balgerhoeke - wel ten koste van enkel honderden slachtoffers - door Duits mitrailleurvuur teruggedreven. Toch was de val van Gent niet meer veraf.
In de Frans-Brits-Amerikaanse sector tussen Leie en Schelde werden de Duitse troepen ten zuiden van Gent in een snelle aanval tot aan de Schelde teruggedrongen tot vlakbij Kruishoutem, waar vooral de Fransen af kregen te rekenen met hardnekkige mitrailleurnesten. Hetzelfde moesten Franse en Belgische troepen ondergaan in de omgeving van Nevele.
Nog meer zuidwaarts rukten twee divisies Amerikanen op in West-Vlaanderen, tussen Waregem en Wortegem-Petegem. Een divisie Franse FT-17 tanks werd daartussen opgenomen. Zo slaagden de Britten tussen Anzegem en Avelgem, gesteund door alle nog beschikbare artillerie en samen met tientallen Franse tanks, een succesvolle aanval rond Tiegem te realiseren.
Begin november 1918 moest de Duitse legermacht zich volledig en definitief ten oosten van de Schelde terugtrekken door de inzet van de Amerikaanse troepen. Oudenaarde en Deinze waren (bijna) vrij maar Gent bleef nog steeds bezet. De beroemde Ohiobrug te Eine-Nederename uit 1928 in spanbeton (toen nog een unicum!) - de Thirty-seventh Division Memorial Bridge met zijn monumentale bizon beelden uit 1930 - herinnert nog aan de gebeurtenissen begin november 1918.
In 1982 is deze Memoriebrug (niet zonder protest) voor de verbreding van de Schelde afgebroken - een onvergeeflijke miskleun van Openbare Werken (enkel de vier bizonbeelden zijn aan de oprit van een nieuwe standaardbrug "gedumpt").
(verzameling Guido Deseijn alias Leflamand)
De meeste Franse FT-17 tanks die aan de bevrijding van Vlaanderen deelnamen, zijn om "bewezen diensten" vermoedelijk gedumpt ergens in een uithoek van het militaire kamp van Beverlo, waar zij uiteindelijk eind jaren 1950 werden verschroot. Één enkel exemplaar kwam terecht in het Legermuseum te Brussel - misschien zelfs deze bijgenaamd "Nénette" (zie foto hieronder).