Spijts de aanvankelijk tegenvallende maar uiteindelijk toch succesvolle inzet van tanks (vooral de Franse Renaults FT-17) die samen met de hulp van ‘verse’ Amerikaanse troepen vanaf 1917 het einde van de Eerste Wereldoorlog hielpen bespoedigen - bleven de ‘klassieke’ pantserauto’s (auto-mitrailleuses of armoured cars) verder goed ‘hun werk’ doen. In zoverre dat deze snelle en wendbare voertuigen met lichte bewapening ook na 1914-1918 -vlotter dan de tanks- overal waar nodig in gebruik bleven en zelfs verbeterd werden. De CitroĆ«n-Kegresse bijvoorbeeld, met zijn dubbele rupswiel-aandrijving achteraan, is naast voor militaire ook voor ‘burgerlijke’ doeleinden ontwikkeld en bewees zijn degelijkheid tijdens wereldwijde expedities in uiterst moeilijke omstandigheden. Geen wonder dat naast het tank-speelgoed in de jaren 1920 en 1930, ook de pantserauto’s populair waren.
(verzameling Guido Deseijn aka Leflamand)