woensdag 18 november 2015

Design Museum 2



1880 - 1910
DE KOLONIËN EN HET VERRE OOSTEN
Vooruitstrevende ontwerpers laten zich in hun zoektocht naar een nieuwe vormentaal inspireren door verre, exotische landen. In navolging van Frankrijk ondergaan zowel België als Nederland de stimulerende invloed van de Japanse kunst. Vanzelfsprekend spelen de eigen koloniën ook een prominente rol. De invloeden uit Belgisch Congo en Nederlands-Indië komen eerder tot uitdrukking in de keuze van materialen en technieken dan in de vormen.

1890 - 1915
KUNST EN HANDWERK
Een groeiende onvrede met de industriële productie en heimwee naar ambachtelijke tradities stimuleren een hereniging van kunst en handwerk. De Engelse Arts and Crafts-beweging en de geschriften van William Morris (1834-1896) vormen voor beide landen een inspiratiebron. In kleinschalige ateliers worden vernieuwende en artistiek vormgegeven interieurobjecten gemaakt.

1902
TURIJN
In tegenstelling tot de grote 19e-eeuwse wereldtentoonstellingen, waar techniek, handel en industrie centraal stonden, worden de landen op de ‘Prima Esposizione Internazionale d’Arte Decorativa Moderna’ uitgenodigd om hun beste voorbeelden van decoratieve kunst te tonen.

1915 - 1935
DECORATIEVE LUXE
Deels in het kielzog van de decoratieve art nouveau en deels uit verzet tegen een moderne, functionalistische wooncultuur verkiest de burgerij niet zelden een luxueuze interieurvormgeving. Na een uitputtende wereldoorlog is er behoefte aan meer pronk en sier. Sommige ontwerpers kiezen ongeremd voor verfijnde technieken en rijke materialen. België staat nog steeds onder invloed van Frankrijk. Nederland ontwikkelt een eigenzinnige Amsterdamse School-stijl.

1925
PARIJS
De ‘Exposition des Arts Décoratifs et Industriels Modernes’ vormt niet alleen het hoogtepunt van de sierlijke art deco maar ook de internationale erkenning van het utopisch modernisme. De tegengestelde maatschappelijke visies van beide stromingen worden voor het eerst duidelijk. De tweestrijd tussen sier en functionaliteit blijft tot op heden woeden.

1925 - 1940
UTOPISCH MODERNISME
In de jaren 1920 ontstaat een nieuwe stroming die niet bang is voor de moderne tijd en de industrie. De rationele modernisten verwachten heel veel heil van een goed vormgegeven, betaalbaar massaproduct. Licht, lucht, ruimte en hygiëne zijn de kernwoorden voor het functionele interieur.

1940 - 1945
IN DE OORLOG
Gedurende de oorlogsjaren wordt er, door gebrek aan grondstoffen en energie, minder ontworpen en geproduceerd. Meerdere fabrieken sluiten.
Andere bedrijven produceren enkel de levensnoodzakelijke gebruiksvoorwerpen. Een handvol vormgevers doet zijn werk in de schemerzone. Anders dan de Nederlandse vormgevers putten meerdere jonge Belgische ontwerpers uit de regionale folklore.

Foto's zien? Klik dan hier. Deze samenwerking tussen Nederland en België is imo meer dan de moeite van een bezoekje waard... Voor herhaling vatbaar dus!