Met de GVSALM naar Henegouwen 2015
IN DE REEKS 'GEEN SANT IN EIGEN LAND' & 'GLUREN BIJ DE BUREN'...
"HENEGAU... ZEI U HENEGAU?"
MONS (BERGEN) IS IN 2015 ÉÉN DER DRIE CULTURELE HOOFDSTEDEN VAN EUROPA - HOOG TIJD VOOR EEN UPDATE VAN 1 T/M 4 MEI 2015 IN EEN VIERDAAGSE HISTORISCHE, ARCHEOLOGISCHE, ARCHITECTURALE & LANDSCHAPPELIJKE VERKENNING VAN BEKENDE EN MINDER BEKENDE ASPECTEN VAN ONZE ZUIDERBUUR HENEGOUWEN...
... EN DAARENBOVEN IS 2015 HET JAAR VAN EUROPEES INDUSTRIEEL EN TECHNISCH ERFGOED - EEN OPSTEKER VOOR WALLONIË EN DE BORINAGE DUS !
DAG 1 - VRIJDAG 1 MEI
Vertrekken doen we een uurtje later dan gewoonlijk: om 7:00 's morgens op de P&R van Gentbrugge-Arsenaal. Onze eerste etappe is RONSE op de taalgrens voor een dubbele koffiepauze met streekgerechten, eerst in Brasserie Harmonie en daarna in het Local Unique, tegenover elkaar gelegen op de Grote Markt: Belle Epoque cafés met unieke niet te missen tegeltableaus...
De vroegste geschiedenis van Ronse is volgens de legende verbonden met Sint-Amandus, de Ierse prediker die op zijn tocht door de Nederlanden o.a. in Gent de Sint-Pietersabdij stichtte maar ca. 630 ook een Merovingisch monasterium quod dicitur Rodenacum waarnaast nadien de huidige gotische Sint-Hermeskerk is gebouwd, getuige het archeologisch onderzoek uit 2009 op Keltische en Gallo-Romeinse resten (behouden romaanse crypte eind 11de eeuw). Van dit klooster is de fundering van de 11de-eeuwse Sint-Pieterskerk na de Tweede Wereldoorlog opnieuw blootgelegd.
Ronse was sinds de 9de eeuw vooral een belangrijke bedevaartplaats: Sint-Hermes, een Romeinse martelaar uit de 2de eeuw, werd er aanroepen tegen geestesziekte en bezetenheid (cf. bekende Fiertelommegang). Een korte stadswandeling brengt ons naar deze 'Vrijheid', de enclave met haar bekende 3-kerken-complex als middenpunt van het geherwaardeerde historisch stadscentrum rond het Kaatsspelplein, voor een bezoek aan de recent gerealiseerde geslaagde reconversie tot winkelcentrum van de oude Sint-Martenskerk met haar romaans-gotische toren.
(de bezoeken in Saint-Léger-Steenput en Bléharis op zaterdag zijn wegens onvoorziene omstandigheden weggevallen - de Tempeliershoeve blijkt die dag spijtig genoeg niet toegankelijk en ook de kerk van Lacoste levert problemen op ... Bezoeken aan het Gallo-Romeins museum te Binche-Waudrez van de lokale vzw 'Cercle Archéologique', en aan de restauratie van het renaissancekasteel van Boussu - in 2015 extra in de kijker - zijn als boeiend alternatief aan het programma toegevoegd...)
Aansluitend gaat het naar TOURNAI (DOORNIK), het Gallo-Romeinse Turnacum waar de wieg stond van het huidige Frank(en)rijk, en waarvan de sinds de Romeinse periode in de omgeving ontgonnen typische grijze Doornikse kalksteen in de middeleeuwen zo belangrijk is geworden als duurzaam bouwmateriaal, stroomafwaarts de Schelde tot in Gent - een stad waarmee (bisdom) Doornik in de middeleeuwen meermaals verbonden was. We maken kennis met wat in mei 1940 voor de Duitse brandbommen in de historische binnenstad van de Doornikse architectuur gespaard bleef, tijdens een stadswandeling "La Ville Basse" op zoek naar resten van romaanse en gotische huizen, en naar de typische Doornikse bak- en natuursteen renaissance bouwstijl. We vertrekken aan het 13de-eeuwse Kruisherenklooster en kuieren van de wijk "Rive Droite" rond de Sint-Brixiuskerk (interessant gerestaureerd romaans interieur) naar de overzijde van de Schelde voor het stadsvernieuwingproject van de artistieke "Rive Gauche" (Place Saint Pierre, Placette du Bas Quartier, Quai du Marché au Poissons), gevolgd door een gemeenschappelijke lunch in het stemmige restaurant L'Arche de Noé.
In de namiddag volgt een rondrit met stops "Le Pays Blanc" voor kennismaking met het erfgoed van de verdwenen industrie van kalk- en cementovens, sinds de middeleeuwen leverancier van natuursteen bouwmateriaal én de daarmee samengaande typische bouwstijl langsheen de Schelde tussen Doornik en Gent. We stoppen bij de restauratie en reconversie tot woningen door Le Logis Tournasien van de 18de-eeuwse Fours Marousse & Madelon - de enige nog bewoonde kalkovens in de streek. Meer dan 200 jaar huisvesting voor generaties kalkovenarbeiders en werkplaatsen voor ovenmeesters: een site uniek in België. Voorbij aan het zgn. "Camp César" van Vaulx (de ruïne van een 12de-14de eeuws fort) bezoeken we de gerestaureerde 19e eeuwse kalkovens Almenach & Rivage St.-André aan de Schelde.
Verder meanderend langs de Franse grens stappen we af in BERNISSART voor een kort geleid bezoek aan de in 2012 gerestaureerde 'Machine à Feu'. De restauratie en industrieelarcheologische reconstructie van de oudste en laatste getuige van pre-industriële steenkool ontginning op het Europees vasteland, gebouwd in 1781 als behuizing voor één der eerste Newcomen & Watt stoommachines voor het oppompen van grondwater uit de mijnschachten. Vandaag na jarenlange verwaarlozing in zijn oorspronkelijke toestand hersteld, met toevoeging van een evocatie van de 18e- eeuwse technische uitrusting.
De gemeente Bernissart verwierf in 1878 internationale bekendheid door de historische ontdekking tijdens de exploitatie van een lokale steenkoolmijn van 29 unieke gefossiliseerde skeletten van iguanodons - nu in het Natuurhistorisch Museum te Brussel.
In de late namiddag krijgt LEUZE-EN-HAINAUT onze bijzondere aandacht - gezien Gent ooit de wereldberoemde verzameling oldtimers van de Garage Mahy liet vertrekken naar deze Waalse gemeente... We bezoeken daarom de 'verloren zoon' op zijn nieuwe vestiging over de taalgrens voor een geleid bezoek aan Mahymobiles ofte 'Musée Communal de l'Automobile'...
In AUBECHIES (BELOEIL) krijgen we een geleid bezoek (in Nederlandse taal) aan het Archéosite d'Aubechies met zijn prehistorische, proto-historische en Gallo-Romeinse wetenschappelijke reconstructies, de Domus Romana reconstructie, en de nieuwe afdeling Léonce Demarez - 1933-2006, oprichter van het museum - gewijd aan geloof en rites in de oudheid) - gevolgd door een kennismaking met het dorpje Auberchies gerekend tot "les plus beaux villages de Wallonie" (kort bezoek aan romaans Saint-Gérykerkje - archeologische restauratie van romaanse ruïne, zegge een verantwoorde reconstructie in 1900-1904 n.o.v. de Doornikse bisdomarchitect Sonneville - onder de kerk brachten opgravingen in de jaren 1960 de resten van een Romeinse tempel aan het licht)
Onze dag eindigt op de MONT-SAINT-AUBERT waar we overnachten in het Floréal Club Panoramique Hotel*** op de top van deze getuigeheuvel, waar we ons avondeten gebruiken met uniek uitzicht op de 5 torens van de Doornikse kathedraal...
DAG 2 - ZATERDAG 2 MEI
Na ons ontbijt gaat het terug richting DOORNIK voor het tweede luik van ons stadsbezoek.
Ditmaal doen we "La Ville Haute" aan: in functie van de aan gang zijnde restauratiewerken bezoeken we exterieur en interieur van de monumentale romaanse kathedraal (UNESCO-werelderfgoed), en vervolgen onze wandeling vanaf het belfort (oudste van België 1188, UNESCO werelderfgoed), voorbij aan de concertzaal (1822 arch. Bruno Renard, vooral bekend om zijn ontwerp voor le Grand Hornu 1825), (eventueel) de rue des Jésuites (kerk, college, gotische huizen), het stadhuis (gewezen Sint-Martinusabdij, aangepast 1839 arch. Renard), het Huis Pion (1936 arch. Lacoste), het Museum voor Schone Kunsten (1912-1928 arch. Victor Horta), de markt (lakenhalle, Sint-Kwintenskerk, het restauratie project Le Tour Rouge), de buurt van de Sint-Jacobskerk (12de-14de eeuws, belangrijkste kerk in Doornik na de kathedraal, interessant gerestaureerd Scheldegotisch interieur - en de gewezen Berg van Barmhartigheid van arch. Wenzel Coberger 1625, nu archeologisch museum). Aansluitend wonen we een filmvoorstelling bij over de geschiedenis van Doornik en van zijn kathedraal in het 'Info Point Tournai' (Dienst Toerisme), in een gerestaureerd 18de eeuws herenhuis met romaanse crypte.
Indien de tijd het toelaat ronden we onze kennismaking met één der oudste steden van België af met een korte fotostop aan de bekende Pont des Trous (13de eeuw)...
Na een rit door het 'neo-natuurlijke' landschap van de steenkoolstreek (o.a. terrils, ondergelopen steengroeves...) worden we in ATH (AAT) - de 'reuzenstad'- verwacht in een gekend gastronomisch restaurant op de grote markt voor ons gemeenschappelijk middagmaal, gevolgd door een korte stadswandeling langs o.a. de relatief onbekende 12de-eeuwse "Tour Burbant" (donjon in opdracht van graaf Boudewijn IV van Henegau gebouwd binnen diens castrum, en de enige van het romaans-Normandische type in België - tijdgenoot van ons Gravensteen), stemmige straatjes en stadsvernieuwingsprojecten, naar de 'Espace Gallo-Romain' voor een vrij bezoek (geopend 1997 - een dynamisch museum met als topper de Keltische boten opgegraven in het nabije Pommeroeul)...
De volgende halte is CHIÉVRES (reeds vermeld door Eginhard in 828 en waar munt werd geslagen in 877 onder Karel de Kale) bij het graafschap Henegouwen ingelijfd in 11de eeuw en dat (naast de gotische castrale Sint Martinuskerk met haar merkwaardige belforttoren) nog twee belangrijke romaanse kapellen telt: de fraai gerestaureerde Chapelle de la Ladrerie ('maladrerie' of leprozerij gesticht in de 12de eeuw door Eva de Chièvres), een zeldzaam gaaf bewaard gebleven romaans plattelands-gebedshuis representatief voor alle verdwenen middeleeuwse exemplaren in de Lage Landen, en de Saint-Jean-Baptiste de Jérusalem (van een ander type, maar ook gesticht door Eva de Chièvres, nadien oratorium voor de Orde van Malta en in gebruik tot 1797) - twee kapellen waar we uiteraard afstappen voor korte fotostops...
Op weg naar MONS houden we halt in BOUSSU waarvan het archeologische kasteelpark en de restauratie van de ruïne van het destijds uitzonderlijke, maar vandaag bijna volledig verdwenen renaissancepaleis, ter gelegenheid van 'Mons 2015' extra in de kijker staat. De oorspronkelijke impressionante vierkante constructie met 100m zijde in Italiaanse renaissancestijl, was een ontwerp van de belangrijke Montoise renaissancebeeldhouwer en -architect Jacques Du Broeucq, die ook instond voor de stoffering van de Sint Waudru van Mons, was de "maître-artiste" van Keizer Karel.
De geschiedenis van dit 16de eeuwse kasteel is in hoofdzaak verbonden met een illuster personage, de eerste graaf van Boussu, Jean V d'Alsace de Hénnin-Liétard, ridder van het Gulden Vlies en vertrouweling van Keizer Karel V, en echtgenoot van Anne de Bourgogne, achter-kleindochter van Filips de Goede. De bouw begon in 1539, toen "...la plus belle demeure qu'on puisse voir en tous les Pays-Bas...", maar werd na de voltooiing al gedeeltelijk door brand verwoest. Enkel het "Chätelet" heeft vernielingen nadien en verwaarlozing in latere eeuwen overleefd, en is nu gedeeltelijk archeologisch gerestaureerd en ingericht als 'Centre d'Interprétation' en museum (bezoek - eventueel ingeleid door de conservator). Aansluitend volgt een kort bezoek aan de "Chapelle des Seigneurs", de grafkapel van de graven van Boussu met de mooiste renaissancemausolea van België, recent gerestaureerde onbekende meesterwerken uit atelier van beeldhouwer Jacques Du Broeucq.
We vervolgen onze rondrit via LE GRAND HORNU - neoklassieke industriële architectuur (1810-1830 gebouwd voor industrieel Henri De Gorge n.o.v. Doorniks arch. Bruno Renard die zich inspireerde op Claude-Nicolas Ledoux' zoutstad Arc-et-Senans, nu cultureel centrum van de provincie Henegouwen met o.a. het MAC, het Museum Hedendaagse Kunst) - nu UNESCO-werelderfgoed samen met de aanpalende woonwijk van 440 mijnwerkerswoningen, en verder via de omstreden Cité Hadès (1975-1981) n.o.v. de postmodernistische arch. Henri Guchez (1929-2002 - in 1971 redder van Le Grand Hornu en ontwerper van de extravagante "Ecole Spécialisée de la Communauté Wallonne" van Quaregnon uit 1985 die we uitzonderlijk mogen bezoeken, en via FRAMERIES (met het indrukwekkende PASS in de voormalige steenkoolmijn Le Crachet - fraaie industriële 'architectuur-zonder-architecten' uit de jaren 1950 - sinds 1997 geslaagde reconversie tot museum voor wetenschappelijke en technische cultuur n.o.v. de beroemde Parijse arch. Jean Nouvel)
Ons einddoel die dag is uiteindelijk MONS, de Culturele Hoofdstad van Europa in 2015 (het is geleden van 2002 dat een Belgische stad culturele hoofdstad van Europa was - nl. Brugge). De hele stedelijke infrastructuur kreeg voor 2015 een face-lift. Mons bezit een grotendeels intacte middeleeuwse stadskern en is bekend door zijn jaarlijkse folkloristische optocht "La Ducasse" met de draak "Doudou" (strijd Sint Joris tegen de draad, sinds 1349 nu UNESCO immaterieel werelderfgoed).
We beginnen onze kennismaking met een korte rondrit "Mons s'est fait peau-neuve..." (deel 1).
Een lus via de gerestaureerde neo-egyptische vrijmetselaartempel 'La Parfaite Union' (n.o.v. arch. Puchot 1890 - loge gesticht 1721 - vermoedelijk oudste van het vasteland), het voormalig modernistische socialistisch Volkshuis, de heraanlegde omgeving van de Place Louise met haar merkwaardige astronomische obelisk van Jean Houzeau de Lehaie (botanicus, archeoloog) nabij de 'gare-passerelle' (het nieuwe station begonnen 2013, n.o.v. arch. Santiago Calatrava uit het Spaanse Valencia), voorbij aan de reconversie van het 19de-eeuwse militair hospitaal tot woningen (hergebruik toegangspoort uit kasteel Boussu), de bedevaartskapel 'OLV de Belle Dilection' van het voormalig kapucijnerklooster (stichting 1650 - kapel 1717 - barokaltaar) en de Tour du Val des Ecoliers (laatste restant augustijnerklooster 18de eeuw) vervolgen we onze rit via de Lotto-Expohal met ondergronds Waals Rijksarchief (1999-2011) en het nieuwe congres centrum MICX achter het station (2013, n.o.v. Pools-Amerikaanse 'sterarchitect' Daniel Libeskind, ontwerper van o.a. het Joods museum te Berlijn).
Overnachten doen we in het Mercure Hotel Mons**** te Nimy waar we 2 nachten verblijven - superrustig gelegen midden van het uitgestrekte Bois des Dames (overblijfsel van het gewezen Kolenwoud) aan een eeuwenoude Chaussée Brunehault. Na het inchecken volgt ons gemeenschappelijk avondeten in het huisrestaurant met terras Le Lumeçon.
DAG 3 - ZONDAG 3 MEI
Na het ontbijt in het hotel, bezoeken we de historische stadskern van MONS tijdens een stadswandeling "Mons s'est fait peau-neuve..." (deel 2) - vertrekkende aan de voet van de toren van Saint-Waudru maken we kennis met het rijke historische en recente bouwkundig patrimonium van deze provinciehoofdstad: de restauratie en reconversie van de 17de-eeuwse kapel Ursulinenklooster tot 'Artothèque' (2015 arch. Atelier Gigogne), de hedendaagse integratie-architectuur van de jeugdherberg (2001 arch. Bureau Aura, Mons), de site van het verdwenen kasteel van de graven van Henegouwen met de romaanse kapel Sainte-Calixte (oudste religieuze gebouw van Mons, nu archeologisch museum), het enige barokke belfort in België (1662-1671, in restauratie tot 2017, UNESCO-werelderfgoed), de afdaling van de pittoreske Rue Cronque, de 'Tuin van de Burgemeester' (sinds 1936 publiek toegankelijke binnenpercelen), de Grote Markt (ensemble 16de-18de-eeuwse huizen) met stadhuis (begonnen 15de eeuw); het oude justitiepaleis (1848, arch. Huriau) met kunstwerk 2015, het Maison Losseau (1899-1910, unieke art nouveau interieurs van Paul Saintenoy, Henri Sauvage en Emile Gallé, heropening 2015 tot 'Centre d'Interprétation Littéraire' onzeker), de uitbreiding van het gerechtsgebouw (2001 arch. Doré & Sobczak, Mons), het BAM (Museum voor Schone Kunsten, renovatie 2007 arch. Christian Menu, Parijs), (indien ons tijd rest eventueel het Modernistisch Provinciehuis 1939-1953 arch. Gauquié & Godin), met op de terugweg door de historische straten van de binnenstad, bezoek aan de collegiale kapittelkerk Saint-Waudru (H. Waldetrudis) 15de (koor)-16de-17de eeuw (transept, schip, toren) in Brabantse gotiek, met laatgotische gedenk- en grafstenen, interessant renaissance beeldhouwwerk van de Bergense kunstenaar Jacques Dubroeucq, fraai gebeeldhouwde houten stalles in het koor, en natuurlijk 'Le Car d'Or' (de vergulde relikwiekoets van 'La Ducasse' - Lod XVI).
We verlaten Mons voor onze volgende bestemming - SPIENNES. De neolithische vuursteenmijnen van Petit-Spiennes (UNESCO- werelderfgoed) behoren tot de oudste en grootste van Europa (Michelsbergcultuur 4200 tot 2500 v.o.t.) - vrij bezoek recent geopend 'Centre d'Interpretation' (2015, n.o.v. arch. Holoffe & Vermeersch).
Te ESTINNES-BONNE ESPERANCE, in de gerestaureerde molen annex brouwerij en bakkerij van de voormalige norbertijnerabdij Bonne-Espérance, gebruiken we ons gemeenschappelijk middagmaal (proefsessie van artisanaal abdijbrood, -kaas, -paté en -bier). Gesticht in 1130 is Bonne-Espérance de enige abdij in Henegouwen waarvan de gebouwen ontsnapten aan vernielingen van de Franse Revolutie (gelegenheid kort bezoek 18e-eeuwse binnenkoer).
Via de "Chaussée Brunehault" (de bekende Romeinse heirbaan Boulogne-Bavay-Tongeren-Keulen) gaat het richting WAUDREZ waar we ontvangen worden in het 'Statio Romana Vodgoriacum' nabij Binche - een klein privé-museum 'Centre d'Interpretation de la Chaussée Romaine' van de vzw Cercle Archéologique de Waudrez. Deze vzw (die ongeveer even oud is als de onze) heeft in de voorbije decennia een belangrijke Gallo-Romeinse 'baanpost' en vicus (annex begraafplaats) op een dagmars van Bavay (ca. 30 km) opgegraven - een belangrijk archeologische site met een oppervlakte van ca. 70 Ha. Een 'villa' met badhuis en een grote stenen cultuswaterput gevuld met archeologica werden al onderzocht. De locatie is vermeld op het Itinerarum Antonini en de Peutingerkaart en heeft misschien een rol gespeeld tijdens de Gallische oorlogen onder Julius Caesar.
Met nog voldoende gesterkte inwendige mens kunnen we de stadswandeling in het nabije BINCHE aanvatten - het (zelfverklaarde) 'Carcassonne van Wallonië' en de 'hoofdstad' van het carnaval (cf. de beroemde 'Gilles'). De stad pronkt met haar herwaardering van de grotendeels intacte stadsomwalling (12de eeuw - een unicum in België) en de vrijgelegde fundering van de burcht van gravin Yolande van Geldern (in de 12de eeuw gesticht door haar echtgenoot Boudewijn III van Henegouwen op een rotspunt aan de rivier de Samme, vanaf 1545 herbouwd als luisterrijk paleis op de plaats van de middeleeuwse donjon in opdracht van Maria van Hongarije o.l.v. bouwmeester-beeldhouwer Jacques Dubroeucq - afgewerkt in zomer 1549 bij het bezoek van haar broer Keizer Karel en diens zoon Filips II, maar vijf jaar later al tot as herleid door troepen van de Franse koning Henri II tijdens de zgn. 'Sac de Binche'). Het vervolg van de wandeling verloopt via de stadsmuren, de Romaanse Samme-brug, het stadhuis (14de eeuw, gelijkvloers voormalige vleeshalle) met belfort (16e eeuw n.o.v. Jacques Du Broeucq, één van de 56 belforten erkend als UNESCO-werelderfgoed) en de "Caves Bette" - de resten van de refuge der abdij Bonne-Espérance (13de eeuw).
Op weg naar onze volgende etappe houden we een fotostop aan het enige nog bestaande neogotische station van België - dat van Brugge afgebroken zijnde (1905-1911 ter vervanging van station uit 1851, beschermd 1978 - belangrijkste ontwerp van arch. Pierre Langerock Gent 1859-1923 - studeerde af aan Sint-Lucas Gent in 1881). Op de stationssquare het Onafhankelijkheidsmonument (1931, neogotische stijl met beelden van Gentse beeldhouwer Aloïs De Beule) in centrum van een neogotische borstwering met acht bronzen beelden van belangrijke figuren uit Binche's geschiedenis.
Na het bezoek aan de uniek gelegen Sint-Ursmarus collegiale van LOBBES - de oudste nog bestaande kerk van België gesticht in de Merovingische periode en in steen gebouwd door de monniken van de (verdwenen) benedictijnenabdij van Lobbes, met een Karolingisch benedenkerk als basis van één der gaafste vroegromaanse kerken van België (schip, zijbeuken, crypte 9de-10de, koor, portaal, toren 11de eeuw) - volgt een ritje met een historische tram naar THUIN (met speciaal voor ons ingezette museum rijtuigen resp. uit 1893, 1901 en 1918), waarna we het Buurtspoorwegmuseum aldaar vrij kunnen verkennen en een bezoek brengen aan de 'Ville Haute' - de oude bovenstad met het belfort (UNESCO- werelderfgoed), de middeleeuwse stadsmuren en de zgn. 'hangende tuinen' (wijngaarden)
Via het aan zuidelijke stadsrand van THUIN gelegen Bois du Grand Bon Dieu, de site van het Oppidum Atuaticorum, op basis van recente studies en archeologische vondsten aanvaard als het (wel nog op te graven) oppidum van de stam der Aduatieken, een belangrijke versterkte Gallische nederzetting uit de late IJzertijd op de grens tussen de Nerviërs en de Eburonen, belegerd en veroverd tijdens een legendarische veldslag met Julius Caesar in 57 v.o.t., rijden we naar MONTIGNIES-SAINT-CHRISTOPHE voor (als de tijd ons rest) een avondwandeling naar de prachtig gelegen maar als oorspronkelijk omstreden "Romeinse" (of "Romaanse" ?) brug op een diverticulum (afslitsing) van de heirbaan Bavay-Reims, een brug voor het eerst vermeldt in de 10de eeuw in het testament van St.Aldegonde en verschillende malen hersteld sinds de middeleeuwen, "hard" gerestaureerd in 1986 (beschermd monument sinds 1962, de omgeving in 1973, en opgeteld onder de 300 belangrijkste bruggen van Europa).
Voor onze laatste overnachting verblijven we opnieuw in het Mercure Hotel Mons**** (Nimy) - na het gemeenschappelijk avondeten in het huisrestaurant.
DAG 4 - MAANDAG 4 MEI
Na het ontbijt halen we ons na een korte rit voor de laatste maal een frisse neus in het culturele buurten van MONS tijdens 2 stadswandelingen "Mons s'est fait peau-neuve..." (deel 3 en 4), langs recente restauraties en reconversies van historisch en industriëel-archeologisch bouwkundig patrimonium in het kader van "Mons - Culturele Hoofdstad van Europa":
- een eerste stadswandeling in de "Kilomètre Culturel" langs recente reconversies en nieuwbouw o.a. de Arsonic concertzaal en centrum hedendaagse muziek (reconversie oude brandweerkazerne, 2009-2013 n.o.v. arch. Holoffe & Vermeersch), het woonproject Corps de Ville (ter plaatse van oude kazerne Léopold 2012, arch. Atelier Matador, Mons en Robbrecht & Daem, Gent), de restauratie en face-lift van de middeleeuwse toren Valenciennoise (1358, 2009), het Nieuw Gerechtshof (2002-2007 - deels reconversie, deels nieuwbouw n.o.v. arch. Bureau Aura, Mons), het Théatre du Manège (reconversie Manège Sury 2006, n.o.v. arch. Pierre Hebbelinck, Liège), de face-lift Mundaneum (universeel documentatiecentrum over pacifisme, feminisme, anarchisme, media, enz. gesticht te Brussel 1895 door mecenas en utopist Paul Otlet, oprichter van het CDU en Nobelprijs winnaar Henri La Fontaine, in 1998 haalt burgemeester Di Rupo het Mundaneum na lange omzwerving in Brussel naar Mons in het art-deco magazijn van de ex-coöperatieve "Union Économique Belge" n.o.v. arch. Vleugels jaren 1930 - 2012 samenwerking met Google - uitbreiding 2011 archn. WBA cotton, Lelion & Nottebaert, Brussel m.m.v. grafici Schuiten en Peeters - open juni 2015), het cultureel centrum Fondation Mons 2015 (reconversie oude kunstacademie rue de Nimy, 2013 archn. K2A Kervijn & Alegria, Brussel).
Op weg naar onze volgende etappe krijgen we een impressie van de reconversie van het voormalig pompstation 'La Machine à Eau' tot Mons Mémorial Museum 1914-1918 (gebouwd 1870 voor aanvoer drinkwater uit Spiennes, gerestaureerd 1995, 2015 uitbreiding n.o.v. arch. Hebbelinck).
- een tweede stadswandeling "Le Carré des Arts" leidt ons langs de reconversie van een neogotisch klooster en kerk in in een buurt met statige 18de- en 19de-eeuwse herenhuizen (Design Hotel Dream, rue de la Grande Triperie), de Cour Carré des Arts (Hoger Kunstonderwijs in voormalige Willem I kazerne 1824, aanpassing 2013 n.o.v. arch. AGWA, Brussel - overdekking atrium mogelijk met textielmembraan Veldeman), de rue des Chartriers (voormalig hospice des Chartriers 1729 arch. Nicolas de Brissy, nu seniorenresidentie; voormalige drukkerij herbestemd tot burelen), het voormalig hospice der Zwarte Zusters en klooster der Ongeschoeide Karmelieten (nu de ateliers van de universiteit van Mons), de reconversie van het Oud Slachthuis (1854, kunstencentrum 2005 n.o.v. arch. Atelier Matador), een hendaags woonproject en het DOA - nieuw centraal depot van het Henegouws cultureel patrimonium (geslaagde inpassing van het depot voor 50.000 Waalse kunstwerken en museumvoorwerpen in een Modernistisch normaalschool complex uit eind jaren 1930, een reconversie uit 2011 n.o.v. Luikse archn. Hebbelinck & de Wit - winnaars van de Europese architectuurwedstrijd in 2004).
Vanuit Mons meanderen we richting La Louvière via Obourg naar HOUDING-GOEGNIES via het ter gelegenheid van MONS 2015 in restauratie zijnde "Château-fort d'Havré" (12de-16de eeuw ter verdediging van Mons - in 1365 geplunderd door de Vlamingen...) fotostop, en verder langs het UNESCO-werelderfgoed van de vier nog werkende historische scheepsliften van het Canal du Centre beginnend met fotostop in Thieu aan aan de spectaculaire scheepslift nr. 4 annex pompgebouw (begonnen 1882) en de recentere spectaculaire scheepslift van Strépy. Verderop aan het Centrumkanaal stappen we af voor een korte wandeling van ca. 1km langs het historisch kanaal tussen het pompmachine- gebouw van Bracquegnies (zonder bezoek interieur) en de hydraulische scheepliften nrs. 2 & 3 (geconstrueerd resp. 1892 en 1913).
In het nabije HOUDING-AIMERIES bezoeken we de meest gave der behouden Waalse mijnsites Bois du Luc (uitbating + woonwijk), één der oudste nog bewaarde van België (gesticht 1838 - gestopt 1973) - UNESCO-werelderfgoed samen met Bois de Cazier (Marcinelle), Le Grand Hornu (Mons) en het PASS (Frameries). Met een wandeling langs het exterieur der mijngebouwen (ateliers, kantoren) en dito modeldorp uit 1838-1856 (166 woningen, dienstgebouwen, kruidenier, beenhouwerij, maalderij, café met brouwerij en ijskelder, feestzaal, park met muziekkiosk, scholen, bibliotheek, ziekenhuis, kerk, villa's voor ingenieurs, onder toezicht van het kasteel van de directeur) zal ons het unieke van deze site duidelijk worden.
We vervolgen onze 'retrospectieve' in het Waalse industrieel erfgoed met een kort bezoek aan twee 'moderne monumenten' te PÉRONNES-LES-BINCHE, unieke reconversies van twee architecturale meesterwerken.
Een eerste fotostop is aan de voet van een 'Tour Saint-Albert' in 'pacquet boat style' , laatste relict van de in 1827 gestichte en 1978 ontmantelde en gesaneerde 'Charbonnage Saint-Albert' (schachttoren eind jaren 1930 - sinds 2004 samen met de aanpalende gebouwen en behouden machinerie momenteel in gebruik door de Technische Diensten van de Stad Binche - doch de toren is niettemin met sloop bedreigd door een projectontwikkelaar - een petitie tot bescherming en reconversie is in omloop... ).
Onze tweede fotostop is aan de nabije gerestaureerde betonreus 'Triage-Lavoir de Péronnes'. Een 'kathedraal' in beton en glas, laatste rest van de in 1863 gestichte en in 1969 stopgezette 'Puits Sainte-Barbe' (beschermd monument 2002), een functionele betonarchitectuur gerealiseerd anno 1954 met hulp van het na-oorlogse Marchallplan. In 1996 aangekocht door de stad Binche midden een in te richten natuurgebied met behouden industrieel erfgoed dat in 2016 een aantal Waalse federale wetenschappelijke en archeologische instituten moet huisvesten. Er komt een bijkomende ondergrondse silo voor diverse archieven. Ons bezoek hangt af van de toegankelijkheid van de in mei 2014 heropgestarte werf...
Terug in HOUDING-GOEGNIES doen we als laatste de hydraulische scheeplift nr. 1 uit 1888 aan, als inleiding tot ons gemeenschappelijk middagmaal in de zgn. 'Cantine des Italiens' (restaurant in de als monument beschermde huisvesting voor gastarbeiders uit 1946).
Aansluitend krijgen we in NIVELLES (NIJVEL) een geleid bezoek (met Nederlandstalige gids) aan de parel van deze stad: de reusachtige voormalige abdijkerk Sainte-Gertrude en haar archeologische crypte. Dit belangrijk romaans monument net over de grens van Waals Brabant is een ommetje waard: in 2010 is, voorafgaand aan de heraanleg van de omgeving van de collegiale, een grootschalig archeologisch bodemonderzoek van de omliggend plein afgesloten. Als grootste romaanse kerk van België met een dito romaanse crypte is ze de enige overblijvende van de drie kerken gesticht in Ottoons-romaanse (ofte Maas- en Rijnlandse) stijl gekenmerkt door een oost- én westkoor, en een 'keizertribune'. De collegiale heeft net als het centrum van Nijvel sterk te lijden gehad van oorlogsschade na bombardementen tijdens WO2 en is nadien 'archeologisch' gerestaureerd en gereconstrueerd waarbij voor de oorspronkelijke architectuur is gekozen, met weglating van alle gotische en latere verbouwingen en toevoegingen. Archeologisch onderzoek bracht aan het licht dat sinds de 7e eeuw Merovingische en Karolingische gebedshuizen aan de huidige kerk voorafgingen.
Ter vergelijking met de vorige abdijkerk staat een bezoek aan de bescheidener maar bouwhistorisch minstens even boeiende voormalige 'koninklijke abdijkerk' Sint Vincent van SOIGNIES (ZINNIK) op ons programma (gaaf romaanse opbouw interieur 11de-toren 13de eeuw, renaissance doksaal, barok altaar, rijk gebeeldhouwde barok stalles). Bekend om zijn steengroeven (deze collegiale is in lokale steen gebouwd) is dit stadje aan de Senne annex (verdwenen) abdij in de 7de eeuw gesticht door Vincent, een Frankisch edelman. Abdij en kerk werden vernield door Noormannen in 880. De Duitse keizer Otto I gaf in 965 opdracht aan de aartsbisschop van Keulen deze te laten herbouwen. De huidige kerk werd in 11de eeuw een versterkt bedevaartsoord (ommegang met relieken sinds 1262) en is een uitzonderlijke getuige van de romaanse bouwkunst in België met Normandische en Doornikse invloeden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten