Elektriciteit is genoemd naar 'elektron', het Griekse woord voor barnsteen. Statische elektriciteit kan namelijk worden opgewekt door met een wollen lap over stuk barnsteen te wrijven. Dit verschijnsel is al bekend van in de oudheid. Van de 17de tot 19de eeuw werden de basisprincipes verder wetenschappelijk bestudeerd (Van Musschenbroek's Leidse fles, Franklin bliksemafleider, Coulomb's elektrostatische wetten ) in aanloop van de praktische toepassingen nadien (Volta's batterij 1800, Faraday's elektromotor en dynamo 1821). Op het einde van de 19de eeuw vond elektriciteit ruimer industriële toepassing , vooral na de 'elektriciteit'-wereldtentoonstellingen van Wenen in 1873 (voorstelling Gramme's dynamomotor 1869) en Parijs 1881 (introductie elektrische verlichting) door toedoen van meerdere uitvinders waaronder Edison (o.a. gloeilamp 1879), Tesla (o.a. wisselstroom 1900), Siemens (o.a. kabelisolatie en generator), Bell (o.a. telefonie), Lord Kelvin (o.a. telegrafie en thermodynamica)...
Het opwekken van elektriciteit gebeurde, ter vervanging van mechanische energie geproduceerd door stoommachines, aanvankelijk voor eigen gebruik in de fabrieken met stroomgeneratoren (op stoom, later op gas). Elektriciteitsproductie voor energieverdeling op grote schaal en voor openbare verlichtingsdoeleinden (toen nog met zgn. 'booglampen') werd slechts veel later ingevoerd. Edison's Pearl Street Station'in New-York (USA) heet de eerste centrale ter wereld te zijn (1882).
De (vermoedelijk) eerste 'centrale' voor openbare verlichting als dusdanig is in België opgericht in 1880 (de particuliere Jasparcentrale voor de verlichting van het Rogierplein, in 1885 gevolgd door de Mignotcentrale voor de verlichting van de winkelvitrines in de Brusselse Nieuwstraat, en in 1890 was Ninove de eerste Belgische stad die de elektrificatie van de hele gemeente ambieerde, zoals kort nadien ook de stadsbesturen van Antwerpen 1892, Izegem 1901, Gent 1910), en in Nederland in 1878 (de Electrische Verlichtings-Maatschappij Wisse & Co uit Den Haag, in 1882 gevolgd door de NV Nederlandsche Electriciteit-Maatschappij, Mijnssen & Co en Willem Smit & Co, en in 1886 door de Rotterdamse Electrische Verlichting Kinderdijk - alhoewel al veel vroeger voor het eerst elektrisch booglicht in Nederland privaat is gebruikt, in 1854 op een bouwwerf te Zevenbergen).
(samengevat uit o.a. Wikipedia - zie meer details voor Nederland hier)
En voor de foto's van de tentoongestelde toestellen in het Musée des Arts et Métiers kan je hier klikken. Daarom verlucht ik de blijkbaar zware kost voor sommigen ook met prentjes hé, je hoeft niet alles te lezen wat hier staat hoor als je die maar bekijkt...