In het kerkdrop Madonna staat een moderne zaalkerk op rechthoekige plattegrond met vrijstaande zuidwesttoren, naar ontwerp van architect Vandesande (Lier) van 1938 en ingewijd op 16/4/1939.
Het is een rood baksteenbouw met afdekkende zadeldaken en mechanische pannen, een zaalkerk met lagere koorpartij en westportaal en een spitsboogportaal met getrapt vijflicht ter hoogte van het doksaal. Het schip is geritmeerd door middel van steunberen en getrapte drielichtvensters. De 22 meter hoge zuidwesttoren onder tentdak heeft een vierkante basis met smalle venstertjes tussen brede lisenen, uitlopend op torenuurwerk en rechthoekige galmgaten. De koorpartij is verlicht door middel van kleine glasramen.
Het geheel is overkluisd met een houten spitstongewelf, gecombineerd met betonnen spanten. In het interieur staat een orgel dat gedeeltelijk door Van Peteghem uit circa 1829 en oudere delen is gebouwd, overgebracht uit Sint-Annakerk (Gent) met een eikenhouten kast uit tweede helft van de 18de eeuw.
Voor de kerk staat een groot beeld van een zaaier, die de vele seizoenarbeiders ("de trimards") herdenkt die hier vroeger leefden.
Het ontstaan van de kerk in Zonnebeke gaat terug tot de geschiedenis van de Augustijnenabdij Zonnebeke in de 11de eeuw en voor de Eerste Wereldoorlog gingen delen van de kerk terug tot deze periode
Tijdens De Derde Slag van Ieper in 1917 werd ze volledig tot puin herleid.
Na de Eerste Wereldoorlog werd de kerk herbouwd. Eerst kwam er een noodkerk, die op 5 september 1919 was voltooid. Voor de wederopbouw werd telkens één architect aangesteld door het Hoog Commissariaat voor de Wederopbouw voor een streek van een drietal gemeenten. Huib Hoste werd aangewezen als architect en stedenbouwkundige en mocht de nieuwe kerk en bijhorende pastorij bouwen. Hoste was een uitgesproken modernist en zou een moderne, kubistische stijl hanteren