De Assels - tot de 16de-17de eeuw nog als 'Hasselt' aangeduid - maakten vroeger deel uit van de Drongense Meersen, onderdeel van de eens zeer uitgestrekte lage meersengordel rond Gent in gebruik voor extensieve veeteelt. Vroeger kwam het grootste deel van dit gebied elke winter onder water te staan - een fenomeen waarvan belegeraars van Gent (zoals Lodewijk XIV) grif gebruik maakten. Al van in de middeleeuwen probeerde men de waterhuishouding te regelen door de waterafvoer te bevorderen met de aanleg van sloten, dijkjes en bemaling. In het gebied zijn sinds de 14de eeuw verschillende ontginningsboerderijen gevestigd, waarvan er nog enkele bewaard zijn gebleven, zoals het ‘Goed der Assels’ (15e eeuw, waar Erasmus ooit zou verbleven hebben), het ‘Goed ter Kaaksmete’ ofte ‘Chartreuzenhof’ (16de eeuw), en de laatmiddeleeuwse hoeves ‘De Bunt’, het ‘Rijke Gasthuis’ en het ‘Hof ter Leien’. Omdat een groot deel van het gebied tijdens de winter onder water kwam te staan, zijn deze boerderijen en hun akkers dan ook gesitueerd op de iets hoger gelegen ‘donk’ of landduin. De daarop gelegen landerijen werden al (minstens) sinds de 16de eeuw ontgonnen ten voordele van Gentse religieuze instellingen (de karthuizers, de benedictijnen van de Sint-Pietersabdij, de leprozij). Voor het album er van hier klikken.
(tekst Guido Deseijn, foto's gerdaYD)