Ik weet het wel, ik ben je kleine harlekijn;
dat is precies wat ik voor jou had willen zijn:
een harlekijntje met een koortje,
een feestneus, een wit boordje,
een hele kleine marsepeinen harlekijn.
Ik zou lachen wanneer jij blij was,
Ik zou huilen met je verdriet.
Als je dan een ogenblik vrij
was
zou ik kijken naar jou, anders niet.
Oh, je hoeft mij niet te zoenen,
doe maar net of ik er niet ben.
Ik slaap straks wel in een van je schoenen,
jij bent mij de liefste die ik ken. (...)
© Jef Burm