De Muide, zoals de naam doet vermoeden, de plaats waar in de vroege middeleeuwen de lokale waterlopen uitmondden in kreken die in verbinding stonden met de Noordzee, groeide in de 19de eeuw uit tot dé industriehaven van Gent, na het graven van het Kanaal van Terneuzen in 1825, en de aanleg van de Voorhavendok in 1880 voor de aanvoer en opslag van ruw katoen uit de Verenigde Staten via Engeland.
Na de teloorgang van de Gentse katoennijverheid in de jaren 1950 en de ingebruikneming vanaf 1970 van de Ringvaart die binnenscheepvaart omleidde, heeft de Voorhaven haar functie verloren en dreigde het industrieel erfgoed van een roemrijke periode verloren te gaan.
Sinds het drukke scheepvaartverkeer van zeilschepen en stoomboten verdween sloten één na één de katoenfabrieken, maar enkele vonden gelukkig na bescherming als Rijksmonument een nieuwe bestemming als bedrijvencentra.
Moeilijker lag het met de oude katoenloodsen, zowel om deze na hun bescherming te restaureren, als om ze een nieuwe bestemming te geven. De oudste loods werd als 'model' gerestaureerd, havenkranen incluis, maar kreeg nog geen bestemming. Een tweede onderging na restauratie een reconversie tot burelen en lofts, de andere wachten nog op hun redding.
De brandweerkazerne uit 1901 (gebouwd als voorwaarde van de verzekeringsmaatschappij om destijds de katoenloodsen bij een brand te redden) vond na restauratie een tweede leven als sociaal huisvestingsproject.
De historische droogdokken uit 1885 doen nog steeds dienst voor de herstelling van kleine schepen. Alles bij al zijn zij, mét de Voorhaven, een unieke omgeving waar in de toekomst het groeiend watertoerisme en ook woonboten een 'stek' kunnen vinden. Voor de foto's, hier klikken.
(tekst Guido Deseijn aka Leflamand)
Wees gerust, dit is het laatste log over deze rondvaart, morgen stappen we het bootje uit, maar wil je dan eerst het kotszakje even inleveren? *wink, big smile*. Fijne nieuwe week lieve webbies!